We hadden een kakkerlak. Zo’n echte, grote, enge bruine met voelsprieten en alles erop en eraan. Natuurlijk wisten we dat die hier leven en natuurlijk wisten we ook dat je nooit helemaal kunt voorkomen dat ze je huis binnenkomen (zelfs als je zoals ik bijna obsessief bezig bent met hygiënisch schoonmaken), maar het was toch even schrikken.
Vooral voor mij. Want natuurlijk was ik degene die hem eerst zag. En ik was al schrikkerig. Ik stond namelijk onder de douche en was me rotgeschrokken van een hagedis. Het was een heel klein, heel bleek hagedisje, dus ik kende hem, maar toch schrok ik daar niet minder door.
Dat ik hem kende kwam zo: een paar dagen geleden wilde ik de wc-pot schoonmaken. Ik goot een flinke scheut wc-reiniger in de pot, pakte de borstel en daar zat zo’n klein hagedisje op. Ik ben altijd geneigd het als baby-hagedisjes (aaaah) te beschouwen, maar het zijn gewoon mini-hagedissen, die niet per definitie schattig en jong zijn. Mijn eerste reactie was instinctief: eng beest, moet dood. Dus stak ik de borstel in de pot en trok door. Toen zwom er een heel schoon, heel bleek en eigenlijk toch wel schattig klein hagedisje in de pot. Waarop ik hem er met de borstel weer uitviste, de borstel in zijn houder neerzette en de hagedis verzocht te verdwijnen. Wat hij dus een paar dagen lang braaf gedaan had.
Maar nu zat hij ineens naast me, terwijl ik moed aan het verzamelen was om mijn warme hoofd onder de vrij koele douche te steken. Hij schrok net zo hard van mij (dacht waarschijnlijk dat ik hem nog een keer ging doorspoelen) en verdween gauw weer. Dus haalde ik een paar keer diep adem en ging door met douchen.
Ik had mijn haar net goed in de shampoo gezet en draaide me om toen ik de kakkerlak zag. Op de muur, vlak naast mijn hoofd.
Ik heb me ingehouden, met rustige bewegingen mijn haren uitgespoeld, ook nog even het zout van de rest van mijn lijf gespoten (maar wel met de handdouche, zo ver mogelijk bij de kakkerlak vandaan) en ben toen de douchecabine uitgestapt. Omdat we nu eenmaal in een mini-appartementje met een grote glazen voorpui wonen, kon ik niet poedelnaakt echtgenoot gaan inlichten over het Enge Beest (je weet nooit of er een buurman voorbijwandelt). Dus droogde ik me eerst nog af en kleedde me aan. Dat alles zonder mijn ogen van de kakkerlak af te halen natuurlijk, want je wil weten waar zo’n Eng Beest is.
Toen stapte ik de badkamer uit en zei tegen echtgenoot: “Beest. Kakkerlak. Grote kakkerlak.” De schrik had wel iets met mijn spraakvermogen gedaan, dat is duidelijk.
Echtgenoot ging kijken, maar zei schouderophalend: “ik zie niets.” Ja, dat dacht ik al. Want hij had zijn bril niet op en het Enge Beest zat inmiddels te schutkleuren op het bruine randje van het houten plafond. Dat zag ik wel, want ik had hem in de gaten gehouden. Bril opgezocht, gewezen en ja. Nu zag echtgenoot het ook.
We overwogen het Enge Beest dood te slaan, maar hoe? Vanaf zo’n randje zorg je er alleen maar voor dat zo’n beest gaat rennen en wie weet waar hij dan naar toe gaat. We hebben zo’n ervaring met een grote en bijzonder snelle spin. Dus besloten we het beest te laten zitten tot we de volgende ochtend een spuitbus gif konden kopen. Want dat werkt met spinnen meestal ook. Niet dat gif, wel het laten zitten. Voor spinnen gebruiken we meestal de stofzuiger, maar die hebben we hier niet.
Kakkerlakken zijn geen spinnen. Die blijven niet fijn in een hoekje zitten om een web te bouwen. Dus toen echtgenoot een paar uur later even uit bed stapte om een slokje water te drinken, bleek de kakkerlak inmiddels door de huiskamer en de keuken en dus bijna door de slaapkamer (want we wonen in een éénkamerstudio) te wandelen.
Toen konden we niet meer slapen. Uiteindelijk kwam ik tot de briljante conclusie dat het beest misschien ook gewoon naar buiten wilde. Dus kleedden we ons aan en zetten de buitendeur open. De kakkerlak wou toch niet naar buiten (het regende). Dus hebben we hem een handje geholpen met de bezem. Dat lukte pas na even aandringen en een epische achtervolging door het hele (gelukkig niet zo grote) apartement. Waarna we nog maar even wat gingen drinken op ons terras, want de adrenaline gierde door ons lijf. Niet dat we rustig zaten op dat terras. Ik bleef kijken of het Enge Beest niet alweer op de terugweg was.
Maar dat viel mee. Die avond tenminste. De volgende dag zat hij (of een familielid, dat kan natuurljk ook) weer in de badkamer. Maar toen had ik inmiddels die spuitbus gekocht. Helemaal blij ben ik daar niet mee, want het is een naar spulletje. Maar het werkt in ieder geval sneller dan die bezem. En blijkbaar was het afdoende, want daarna heb ik geen kakkerlak meer gezien. Behalve in mijn nachtmerries dan.
p.s.- update (voor wie zich zorgen maakt over onze hygiène en/of ons gebruik van nare spuitbussen): een paar dagen later bleek dat de sceptic tank/beerput (ik ben er nog niet achter wat we nu precies hebben) vol was en dat dáár de kakkerlakken (niet alleen bij ons) vandaan kwamen. Sinds het ding leeggepompt is hebben we er geen last meer van gehad.
p.s. 2 – Ik dacht slim te zijn en bij dit stukje een link naar die spuitbus toe te voegen, maar die hebben ze blijkbaar niet in Nederland. Of dit goedje van HG net zo goed werkt, weet ik niet, maar HG doet eigenlijk altijd wel wat het belooft.
Douchen doe ik met dit spul van Kneipp. Daar schrikken kakkerlakken niet van, maar het ruikt wel erg lekker, zeker als je je daarna insmeert met de bijpassende bodylotion.
(deze post bevat één of meerdere affiliatelinks, kijk hier voor meer informatie daarover)