Laat ik eerst even vooropstellen dat ik een hekel heb aan het woord “gewoon” als dat gevolgd wordt door een werkwoord. Meestal is dat namelijk heel denigrerend bedoeld en ook niet echt iets waar je wat aan hebt. Afvallen? Gewoon minder eten en meer bewegen (het is wel zo, maar dat weet je echt wel, het probleem is juist dat het niet “gewoon” lukt). Depressief? Gewoon wat positiever in het leven staan (was het maar zo simpel). Enzovoorts. Heel vervelend.
Maar toch ga ik het nu zeggen. Want in dit geval kan ik erachter staan. Ik zie en hoor regelmatig dat mensen beweren dat ze graag een boek zouden willen schrijven. En dat blijven ze herhalen, want het klinkt wel interessant. Maar ze doen het niet. En dat begrijp ik dus niet. Als je wilt schrijven, ga je zitten en je doet het gewoon.
Natuurlijk kun je het te druk hebben. Soms is er echt geen tijd om te schrijven. Maar vaak is het een kwestie van keuzes maken. Geen series of domme televisieprogramma’s kijken, niet de hele avond facebook, instagram en twitter en kijk nou eens: toch tijd om te schrijven. Het kan even duren met een uurtje hier en een uurtje daar, maar je bent er wel mee bezig.
Geen idee waarover? Sorry, dat is geen argument. Je zegt dat je wilt schrijven, dus dan moet je toch iets te vertellen hebben. Lijkt mij.
Ik zie weleens berichten voorbij komen op een schrijfforum waarin mensen vragen om een onderwerp “ik wil een boek schrijven, maar ik weet niet waarover”. Daar kan ik me boos om maken. Ik reageer er nooit op, want meestal zijn het kinderen en dat is dan toch een beetje sneu. Maar kom nou, als je werkelijk helemaal niet weet waar je over wilt schrijven, waarom wil je dan een boek schrijven? Om rijk en beroemd te worden? Als Nederlands je moerstaal is kun je dat wel vergeten. Er je brood mee verdienen is mogelijk, zij het geen heel dik belegde boterham, maar zelfs dat is voor weinigen weggelegd. En schrijven in het Engels klinkt leuk, maar dan heb je ineens gigantisch veel meer concurrenten waarvan het grootste gedeelte een betere taalbeheersing heeft dan jij omdat het wel hun eigen taal is en niet de jouwe.En…
Oh, oeps. Stokpaardje. Maar goed, dat zeg ik dus allemaal niet. Want eigenlijk geldt voor hen hetzelfde.
Als je het zo graag wilt, doe het dan gewoon. Verzin een onderwerp, pak een woordenboek en schrijf.
Geen inspiratie? Dat is een onderwerp waar ik eigenlijk een hele blogpost over zou kunnen schrijven, maar in het kort: ik geloof dat “inspiratie” vanzelf komt als je eenmaal aan het werk bent. Bij mij wel in ieder geval. Meestal weet ik ongeveer wat ik wil schrijven, zit ik eerst even tegen dat lege scherm aan te hikken en komt het pas echt los als ik aarzelend begonnen ben. Het heeft echt geen zin om naar dat scherm te staren (of nog erger: te gaan internetten) in afwachting van dat gevoel van inspiratie. Ik moet het gewoon doen.
Schrijven is gewoon werk.
Je kunt blijven beweren dat je zou willen dat je deur groen was. Maar tenzij je de kwast pakt (of iemand anders de kwast laat pakken, wat trouwens ook een mogelijkheid is als je wel een goed levensverhaal maar geen schrijftalent hebt, maar nu dwaal ik af), zal die deur nooit groen worden. Je moet er iets voor doen.
Het klinkt allemaal wel hard, dat weet ik. Maar ik zeg het ook tegen mezelf.
Ik heb na het afwerken van een boek altijd een dipje. Vaak geloof ik dat ik het niet meer kan. Dat het nu gewoon op is en dat ik maar moet accepteren dat het hierbij blijft. Dan ga ik in de tuin werken en meubels verplaatsen of tasjes naaien en mutsen breien. Maar na een tijdje gaat het altijd weer kriebelen. Zal ik? Of wordt dat toch niets? Ik kon het immers niet meer?
Uiteindelijk komt er dan een dag dat ik tegen mezelf zeg: Zeur niet zo. Schrijven, dat moet je gewoon doen!
En daarom zit ik nu, ondanks chronisch tijdgebrek, ondanks een steeds terugkerend gebrek aan inspiratie, ondanks bergen redenen om het niet te doen ineens al bijna halverwege boek 11…