Ik werk vanuit huis. Sterker nog, ik werk vanaf de bank. Laptop op schoot, benen op tafel en schrijven maar. Af en toe sta ik op om een was te draaien of een lapje ergens overheen te halen. Kan ik ondertussen mooi even nadenken, net als tijdens het eten koken. En als de dochters thuis komen, kunnen ze heerlijk hun verhaal bij me kwijt, want ik ben er. Mijn schrijfwerk combineer ik op die manier perfect met het gezin en het huishouden.
Dat lijkt een ideale situatie. En dat was het ook. Maar de laatste tijd werkt het niet echt meer.
Ik zit met een paar deadlines die steeds dichterbij komen. Ik geef toe, die zijn grotendeels door mijzelf bepaald, maar dat neemt niet weg dat ik ze wil halen. Als ik mezelf niet eens serieus neem als schrijfster, wie doet dat dan wel?
Met drie thuiswonende, volwassen dochters is het hier in huis een voortdurend komen en gaan van mensen is, die allemaal iets te vertellen hebben als ze thuiskomen. Verder zijn er natuurlijk de was, de tuin en de rest van het huishouden. Ik zie uit mijn ooghoeken het onkruid groeien en de stofnesten ook. Dat werkt niet lekker, zeker als er ook nog een tirannieke kat regelmatig luidruchtig laat weten dat hij naar buiten, naar binnen, naar buiten, naar binnen, een schone bak en ook nog eten wil.
Ik ben al een paar dagen, of eigenlijk zelfs al ruim een week, behoorlijk aan het stressen. Dat verhaal moet af. En die synopsissen met nieuwe ideeën ook. Ik heb nog tien dagen, maar ik kan me steeds minder goed concentreren. Er wordt bijzonder weinig geschreven en de rest van het werk blijft ook liggen omdat ik de hele dag wanhopig naar mijn scherm zit te staren. Van gezellig met de dochters kletsen is op die manier ook geen sprake, want die komen natuurlijk altijd net op het verkeerde moment thuis. De kat en ik schreeuwen om het hardst en koken is iets dat na een lange stressvolle dag ‘ook nog moet’.
Ik houd mezelf voor dat dit meest ideale manier van werken is. Dit is wat ik altijd gewild heb. Het moet gewoon lukken. Maar het lukt dus niet.
Gisterenochtend. Een chaos. Doet er niet toe waarom, maar ik kan het er niet bij hebben. Weer een halve dag naar de knoppen. Met driehonderd woorden in een ochtend haal ik mijn deadlines niet. Ik weet wat ik wil schrijven, maar het lukt gewoon niet. Het verhaal is doods en ik moet de woorden er echt uitwringen.
Dus besluit echtgenoot mij en mijn laptop in de auto te zetten en mee te nemen naar zijn kantoor. Ik ga in een comfortabele bureaustoel zitten en begin te typen. Het verhaal begint te leven en de woorden vliegen uit mijn vingers (die genieten van de ruimte van een normaal toetsenbord). Op mijn beeldscherm (waarop twee A4-tje tegelijkertijd te zien zijn!) zie ik mijn manuscript groeien. In een middagje schrijf ik een paar duizend woorden, waarmee ik mijn doel voor de dag ruimschoots haal.
Als ik thuiskom, stop ik snel een was in de machine, ruim de ergste rommel op, haal een bezem over de vloer en een lapje over de keuken, kook toch nog een gezonde maaltijd en klets even gezellig bij met de dochters.
Schrijven zonder me schuldig te voelen over mijn gebrek aan aandacht voor gezin en huishouden en daarna even alleen maar huisvrouw en moeder zijn zonder dat ik loop te piekeren over naderende deadlines.
Een ideale situatie.
Soms moet je een ideaal (tijdelijk?) loslaten om een betere oplossing te vinden.
Dat lijkt een ideale situatie. En dat was het ook. Maar de laatste tijd werkt het niet echt meer.
Ik zit met een paar deadlines die steeds dichterbij komen. Ik geef toe, die zijn grotendeels door mijzelf bepaald, maar dat neemt niet weg dat ik ze wil halen. Als ik mezelf niet eens serieus neem als schrijfster, wie doet dat dan wel?
Met drie thuiswonende, volwassen dochters is het hier in huis een voortdurend komen en gaan van mensen is, die allemaal iets te vertellen hebben als ze thuiskomen. Verder zijn er natuurlijk de was, de tuin en de rest van het huishouden. Ik zie uit mijn ooghoeken het onkruid groeien en de stofnesten ook. Dat werkt niet lekker, zeker als er ook nog een tirannieke kat regelmatig luidruchtig laat weten dat hij naar buiten, naar binnen, naar buiten, naar binnen, een schone bak en ook nog eten wil.
Ik ben al een paar dagen, of eigenlijk zelfs al ruim een week, behoorlijk aan het stressen. Dat verhaal moet af. En die synopsissen met nieuwe ideeën ook. Ik heb nog tien dagen, maar ik kan me steeds minder goed concentreren. Er wordt bijzonder weinig geschreven en de rest van het werk blijft ook liggen omdat ik de hele dag wanhopig naar mijn scherm zit te staren. Van gezellig met de dochters kletsen is op die manier ook geen sprake, want die komen natuurlijk altijd net op het verkeerde moment thuis. De kat en ik schreeuwen om het hardst en koken is iets dat na een lange stressvolle dag ‘ook nog moet’.
Ik houd mezelf voor dat dit meest ideale manier van werken is. Dit is wat ik altijd gewild heb. Het moet gewoon lukken. Maar het lukt dus niet.
Gisterenochtend. Een chaos. Doet er niet toe waarom, maar ik kan het er niet bij hebben. Weer een halve dag naar de knoppen. Met driehonderd woorden in een ochtend haal ik mijn deadlines niet. Ik weet wat ik wil schrijven, maar het lukt gewoon niet. Het verhaal is doods en ik moet de woorden er echt uitwringen.
Dus besluit echtgenoot mij en mijn laptop in de auto te zetten en mee te nemen naar zijn kantoor. Ik ga in een comfortabele bureaustoel zitten en begin te typen. Het verhaal begint te leven en de woorden vliegen uit mijn vingers (die genieten van de ruimte van een normaal toetsenbord). Op mijn beeldscherm (waarop twee A4-tje tegelijkertijd te zien zijn!) zie ik mijn manuscript groeien. In een middagje schrijf ik een paar duizend woorden, waarmee ik mijn doel voor de dag ruimschoots haal.
Als ik thuiskom, stop ik snel een was in de machine, ruim de ergste rommel op, haal een bezem over de vloer en een lapje over de keuken, kook toch nog een gezonde maaltijd en klets even gezellig bij met de dochters.
Schrijven zonder me schuldig te voelen over mijn gebrek aan aandacht voor gezin en huishouden en daarna even alleen maar huisvrouw en moeder zijn zonder dat ik loop te piekeren over naderende deadlines.
Een ideale situatie.
Soms moet je een ideaal (tijdelijk?) loslaten om een betere oplossing te vinden.
Categorie: Persoonlijk