Wat doet een normaal mens als zij zenuwachtig is voor haar allereerste lezing? Geen idee. Ik heb dan ook nooit beweerd dat ik een normaal mens ben. Mij kon je die dag in de keuken vinden, waar ik brownies, een cake en een boterkoek gebakken heb. En een grote puinhoop in de keuken maakte, die ik natuurlijk ook weer braaf heb opgeruimd. Toen was de dag voor meer dan de helft om en dat was nou net de bedoeling.
Natuurlijk heb ik ook nog mijn lezing een keer helemaal hardop doorgewerkt. Maar toen was ik het zelf al zo zat, dat ik even geneigd was het hele ding te deleten en opnieuw te beginnen. Toch maar niet gedaan, want dat had ik nooit meer gered.
Om kwart over zeven liep ik, met gezin, aarzelend de bibliotheek binnen. Er stonden al rijen stoelen klaar en het duurde even voor het tot me doordrong dat die straks vol zouden zitten met mensen die kwamen om naar mij te luisteren. Ik haalde nog maar eens een paar keer diep adem en besloot het maar gewoon over me heen te laten komen. Tenslotte had ik hier zelf voor gekozen. Ik wilde dit in ieder geval één keer meegemaakt hebben. Was het niets, of kon ik het echt niet, dan zou ik het nooit meer doen. Maar er zijn zoveel schrijvers die regelmatig lezingen geven, dat ik toch het idee had, dat het er een beetje bij hoorde.
Ik had mijn grote voorbeeld, Maria Oomkens, er van te voren nog even bijgehaald. In haar boek “Klein beginnen” vertelt ze over haar lezingen en alles wat daar bij komt kijken. Ergens aan het begin schrijft ze: “Als je van nature een zenuwachtig type bent, moet je niet aan dit soort dingen beginnen.” Ja, dat was nou net niet wat ik nodig had…
Hoewel, ben ik wel een zenuwachtig type? Valt eigenlijk wel mee. Want anders kun je natuurlijk niet zoveel jaren voor een krant werken. Ik moet altijd heel even acclimatiseren, maar dan red ik me over het algemeen prima.
Nee, bij nader inzien sloeg dat niet op mij. Hoopte ik. Alle twijfels die ik de weken ervoor gehad had, spookten dat eerste kwartier door mijn hoofd. Maar ja, ik kon echt niet meer terug…
Toen eenmaal de eerste gasten kwamen binnendruppelen, ontspande ik. Het was een raar gevoel om al die mensen te begroeten en met hen te praten. Iedereen was vol verwachting. En ook vol begrip voor mijn eventuele zenuwen. Dat was wel fijn.
De dames van de boekhandel kwamen ook binnen en voor het eerst zag ik stapels van mijn eigen boek liggen. Ook weer zo’n onwerkelijk gevoel.
Na een gezellig halfuurtje was het tijd om te beginnen. Ik kreeg het nu toch wel heel benauwd, maar luisterde zo rustig mogelijk naar de inleiding van Hettie Kolijn (de manager van de bibliotheek). En toen was het mijn beurt. Natuurlijk stond de microfoon niet goed, dus moet ik na een paar zinnen stoppen om hem hoger te zetten. Dat hielp ook niet erg tegen de zenuwen en dat zei ik dus ook. Er werd gelachen en ineens voelde ik dat contact met de zaal waar ik over gehoord had. Na een klein stukje lezen, merkte ik dat ik te snel ging. Ik nam een slokje water en schakelde een versnelling lager. En vanaf dat moment ging het eigenlijk gewoon lekker. Het is bijna niet uit te leggen hoe het voelt als mensen lachen om iets dat je zelf erg grappig vind. Schrijven is een eenzaam vak, je ziet en hoort maar heel weinig reactie op wat je doet. Als er dan zo’n hele groep mensen reageert zoals je hoopt dat er gereageerd zal worden… geweldig is dat!
Voor ik het wist was ik er doorheen. Ik overhandigde de bibliotheek zes exemplaren van mijn boek (voor elke vestiging één) en toen mocht ik nog een lootje trekken uit een hoge hoed. De mensen hadden bij binnenkomst een briefje gehad, met de voorkant van mijn boek en een nummer erop en één van hen won mijn boek. Laat dat nu net een collega van de krant en een neerlandicus zijn! Hij beloofde me een recensie en ik weet eigenlijk niet of ik daar blij mee moet zijn. Toen we aankwamen bij de bibliotheek zagen we grote portretten hangen van Midas Dekkers en Tim Krabbé en ik had al tegen mijn man gezegd dat ik met die jongens natuurlijk niet kon concurreren. Waarop hij antwoordde dat dat ook niet hoefde. En dat is ook zo.
Mijn uitgever hield nog een praatje en vertelde me dat ik een fout gemaakt had. Ik had namelijk beweerd dat er geen dieren in mijn boek voorkwamen, wat wel jammer was vanwege het thema van de boekenweek, die ik geacht werd te openen. Hij zei dat er wel degelijk een dier in mijn eerste manuscript voorkwam. Hij had dat manuscript namelijk zitten lezen tijdens zijn vakantie in Griekenland en toen de mug, die irritant om zijn hoofd zoemde op de bladzijden ging zitten, had hij het snel dichtgeslagen. En zo zat er in dat manuscript wel degelijk een dier… Van hem kreeg ik behalve een bos bloemen ook een vergrote en ingelijste afdruk van de omslag van mijn boek. Heel leuk om te hebben!
Ja, en toen was het spannendste gedeelte van de avond voorbij en was het tijd om boeken te signeren. Dat valt niet mee als je handen nog natrillen, maar het lukte. Ik heb er heel veel getekend, want mijn voormalige bazen waren er en zij besloten ter plekke om mijn boek weg te geven aan al mijn ex-collega’s! En of ik dan dus ook maar even vijfentwintig keer mijn handtekening wilde zetten. Dat kostte even tijd, maar leuk vond ik het wel.
Ook de meeste andere aanwezigen kochten mijn boek. Alweer zo’n rare gewaarwording, als je ziet dat mensen geld uitgeven om jouw hersenkronkels te lezen! Er werd nog wat nageborreld en langzaam vertrokken alle aanwezigen weer. We sjouwden drie bossen bloemen, een schattig vaasje en een grote plantenbak naar de auto en ik had de dochters dringend nodig als pakezel, want ik moest ook die ingelijste omslag en een doos met boeken meenemen. Van de afleid-koek was weinig over, dat scheelde dan weer.
En dat was het eind van mijn “fifteen minutes (nou ja, iets meer) of fame”.
Nu is het afwachten wat mensen ervan vinden. Dat is enorm spannend. Maar daar ga ik lekker niet aan denken. Ik ga eerst maar eens heerlijk ontspannen, een uitgebreide voorjaarsschoonmaak houden en dan… op naar het volgende boek!
Fifteen minutes…
Categorie: Persoonlijk