Gisteren was ik in de bibliotheek van Rotterdam. Daar was ik al bijna twee maanden niet geweest. Aan het begin van de vakantie was ik er met de dochters. Toen hebben we een enorme stapel creatieve boeken gehaald, met het idee dat ze daaruit inspiratie op konden doen om de vakantie door te komen met andere bezigheden dan werken en computeren. Dat viel wel een beetje tegen. Sommige boeken zijn niet eens open geweest! Maar de mogelijkheid was er in ieder geval.
Ik moest dus een flinke stapel boeken terugbrengen. Ik heb ze niet precies geteld, maar ik denk zo’n vijfendertig. Twee boodschappentassen zeulde ik over de markt naar de bibliotheek. Dichterbij parkeren kan niet, maar zo’n markt tussen de parkeergarage en de bieb zorgt nog voor enkele tientallen meters extra. Er staan namelijk kramen op de meest rechtstreekse route.
Toch viel het mee. Ik bereikte de bibliotheek zonder kleerscheuren en gelukkig ook zonder gekraakte ruggen of andere lichaamsdelen die het opgaven. Toen ik de hal in liep zag ik dat de verbouwing, waar ze een aantal maanden mee bezig waren geweest, nu klaar was. Dat is fijn voor hen, maar nu was ik de weg een beetje kwijt. Ik zag een bord “Inname” en liep daar naar toe om mijn boeken in te leveren. Dat is altijd wel leuk met zo’n hoop boeken. Je laat ze met een paar tegelijk in die brievenbus glijden en klaar ben je. Dacht ik. Tot ik een automaat zag. Het bordje met instructies was duidelijk genoeg. “Leg de boeken één voor één in de automaat.”
Ik kreunde hardop: “Dat meen je toch niet?”
Een behulpzame bibliotheekmedewerker liep meteen naar me toe.
“Is er iets?”
Ik wees beschuldigend op de automaat: “Eén voor één?”
Ze knikte ijverig. “Ja, dat is ons nieuwe systeem. Heel handig.”
Ik schoof mijn tassen naar voren.
“Niet als je meer dan dertig boeken terug moet brengen!”
Er waren maar twee automaten en één daarvan was kapot. Daar was iemand ingewikkelde dingen mee aan het doen. Dus schoof ik achter de rij van de andere automaat. Dat viel wel mee. De twee personen voor mij waren zo klaar. Ik hees mijn tassen op het tafeltje ervoor en keek om. Een student met twee boeken in handen.
“Ga maar even voor, hoor.” zei ik. En terwijl ik mijn boeken alvast uit de tassen haalde en opstapelde, liet ik nog iemand voorgaan. En daarna nog iemand, terwijl ik de boeken die van hun wiebelige stapel afgeschoven waren en nu een mooie rij van twee meter lang op de grond vormden, nog maar een keer opstapelde.
Toen vonden de bibliotheekmedewerkster en haar mannelijke collega het welletjes. Ze begonnen mijn boeken netjes, één voor één, in de automaat te schuiven. Terwijl ik toekeek, drong het pas tot me door dat de wand doorzichtig was. Zo kon ik dus mijn boeken over een lopende band zien schuiven, de gereedstaande karren in.
“Ze hoeven nu niet meer uitgescand te worden en ze worden ook automatisch gesorteerd.” vertelde men trots.
Dat kan best, maar het duurde wel erg lang. De rij achter mij groeide en groeide. En die andere automaat bleef maar kapot. Ik zei verontschuldigend tegen de wachtenden: “Het spijt me, ik heb al een paar mensen voor laten gaan, maar als ik dat bij iedereen doe, sta ik hier vanavond nog!”
Ik kreeg begrijpende knikjes en iemand merkte op dat het handig zou zijn als de bibliotheek evaluatieformulieren uit zou delen. Dan zou zij die lui wel even vertellen wat ze van dat volautomatische systeem vond!
Gelukkig besloot de tweede automaat het ineens te doen. Dat scheelde al weer wat wachttijd. En ondertussen waren ook al mijn boeken automatisch uitgescand en gesorteerd.
Men drukte op een knop en ik kreeg een keurige bon waarop alle boeken stonden die ik had ingeleverd. Nieuwsgierig keek ik onderaan, om te kijken hoeveel boeken het nu precies waren geweeest. En zag toen dat de bon stopte bij 27. Dat was in ieder geval niet het laatste boek, dat wist ik zeker, en bovendien was de regel maar half afgedrukt. De automaat was niet voorbereid op het inleveren van meer dan vijfentwintig boeken.
Dat werd direct aan monteur of programmeur die met de andere automaat bezig geweest was meegedeeld. Die vond blijkbaar dat mensen dan maar niet zoveel tegelijk moesten inleveren, maar het zou genoteerd worden.
Ik vond eigenlijk dat al die vooruitgang maar een matige stap vooruit was. Het kostte verschrikkelijk veel tijd en ergernis. Een mens zou bang zijn om meer dan twee boeken tegelijk te lenen…
Een uurtje later stond ik met tien boeken bij de uitleen automaat. Die was ook veranderd. Normaal gesproken moest je je boeken heel precies onder een scannertje positioneren, die dan een stickertje met een streepjescode moest lezen. Ik zag geen scannertje en legde mijn eerste boek neer om te zien wat er zou gebeuren. En de automaat zag hem direct! Boek aan de kant, volgende boek erop en ook dat werkte geweldig. En het bleek dat ik ook nog direct de boeken die ik nog thuis had (ja, werkelijk, ik was er nog een paar vergeten!) kon verlengen, zodat alles op dezelfde dag terug moet (werkt veel prettiger voor een warhoofd als ik), was ik toch wel weer een beetje verzoend met al die moderne technieken in mijn bibliotheek.
Voor ik wegging, bracht ik nog een bezoekje aan het toilet. Daar zit normaal gesproken een automatische deur die opengaat als je er twintig cent in stopt. Maar nu stonden die deuren open en zat er een meneer met een schoteltje. Op een opmerking van mij, legde hij uit dat het op marktdagen zo druk was, dat de automatische deuren dan op tilt sloegen.
Daar heb ik in mijn eentje op het toilet om zitten grinniken. Automatische inname, automatische sortering, ingenieuze computersystemen, maar wel een mannetje met een schoteltje bij het toilet! Dat soort dingen lees je nou nooit in science fiction boeken…
Automatisering
Categorie: Persoonlijk