Het was niet bepaald de bedoeling om zo’n drukke week te hebben. Sterker nog, ik was heel erg van plan een begin te maken met het heerlijk lui genieten van de zomer. Ik had wel vier opdrachten voor de krant, maar verder ging ik rustig aan doen.
Echtgenoot had echter maandenlang gezegd dat hij “van de zomer” naar die rare plekken in de vloer zou gaan kijken. En aangezien zaterdag de eerste dag van de zomer was, stond hij meteen maar vroeg op om naar die vloer te kijken. En hij was zelfs van plan er dan ook wat aan te doen. Het slechte stuk eruit zagen en een nieuw stukje erin leggen. Maar het bleek dat het slechte stuk uit minstens de helft van de vloer bestond.
Tja, toen moest dus alles eruit. Bijna alles, want de bank is te zwaar om te tillen en de kasten pasten nergens anders meer. Het hele huis stond vol. De eetkamerstoelen opgestapeld in de gang, rijen en rijen boeken naast ons bed en overal, overal wat.
Het verwijderen van de slechte vloer bleek een ramp. Dat spul verpulverde gewoon, zo nat was het. Het zou watervast OSB moeten zijn, maar stiekem is het gewoon spaanplaat. En dat kan echt niet tegen water. De balken, die echtgenoot ook drie jaar geleden vervangen had, waren gelukkig nog goed.
Echtgenoot zaagde, verpulverde en brak en ik bracht alle stukken naar buiten. Iemand hielp ons een stukje op weg met het leggen van de nieuwe (tweedehandse) planken. Toen kon de kast verschoven worden en het laatste stuk opengebroken. Dat laatste stuk was minder vochtig, maar daardoor nog moeilijker te verwijderen. Uiteindelijk hebben we een kettingzaag gekocht om er doorheen te komen. Maandag was eindelijk alles eruit, maar het leggen van de planken was ook nog een vreselijk karwei. Ik zaagde, hij timmerde. En ondertussen ging voor echtgenoot het gewone leven gewoon door. Klant bezoeken, bespreking, problemen.
Woensdag lag de laatste plank en ging ik op zoek naar laminaat. En vond echt parket voor een redelijke prijs! Meevallertje! Alleen jammer dat van de zeventien pakken er acht de verkeerde kleur hadden. Dat was aan de buitenkant niet te zien overigens. Wij zagen het toen we de pakken openmaakten om de verschillende maten van de planken te sorteren. De verkoper zag het ook en maakte ter plekke nog tien pakken open om ons er acht in de goede kleur te geven (daar zaten dus ook twee verkeerde tussen). Ook kwam hij tot de ontdekking dat hij vergeten was lijm mee te geven. Ja, ik vroeg me al af hoe je dat spul vast legde…
Parket leggen bleek ook een kunst apart. Het eerste stukje is erg lastig, je plakt het ene stukje vast en het andere draait weg. Dus legden we drie rijen en lieten dat een nachtje drogen.
En zo was het al donderdag toen we de rest van de vloer erin legden. Op een strook van ongeveer een meter na dan, want we zaten nog steeds met de bank en de kast. Ik zette donderdagavond de boel in de olie en vrijdagochtend was het dan echt zover: we hadden weer een vloer! Meubels erop en nog heel, heel veel op te ruimen, maar oh, wat heerlijk om weer op de bank te kunnen zitten!
Het ergste van deze week was niet dat die vloer na drie jaar al door was. En het ergste was ook niet dat we zo in de rommel zaten. Het ergste was ook niet dat ook dat parket niet zonder hindernissen te leggen was, of dat we zo uitgeput waren van zo’n zware klus tussen het normale leven door.
Nee, het ergste was, dat we ons centrale punt in huis kwijt waren. Het bleek dat onze huiskamer toch echt het hart van ons huis is. Daar vinden we elkaar, daar storten de kinderen hun hart uit na school, daar wordt gemopperd over leraren en gediscussieerd over het leven. Daar wordt gekibbeld, geknuffeld en gelachen, daar wordt gehuild en gescholden.
Daar wordt geleefd.
We hebben allemaal onze eigen kamers en dat is fijn om je terug te kunnen trekken. Maar tegelijkertijd hebben we dat centrale punt in ons huis nodig om echt bij elkaar te kunnen zijn. Het campingtafeltje met de klapstoeltjes in de keuken vergoedde het gemis een heel klein beetje (zo konden we in ieder geval die heel belangrijke avondmaaltijd normaal samen doorbrengen en er werd zelfs gelezen en gecomputerd), maar helemaal kloppen deed het niet.
En ik snapte ook zomaar ineens waarom (nou ja, ineens, na alweer een slapeloze nacht omdat ik te moe was om me te ontspannen). In de huiskamer zijn we normaal gesproken allemaal onze eigen dingen aan het doen. Ik brei of naai, echtgenoot doet nog wat werk op de computer of kijkt tv, de dochters kijken mee, lezen, computeren of schrijven. Allemaal ons eigen ding.
Maar toch zijn we samen. Je hoeft maar op te kijken of je ziet de rest van het gezin. Als je iets wilt zeggen of wilt vertellen wat je op dat moment leest, bedenkt of ziet, kun je dat direct delen. Als er iets is, is er altijd wel iemand aan wie je het kwijt kunt.
En dat is de essentie van een gezin. In ieder geval van een gezin met opgroeiende pubers. We zijn allemaal zelfstandige wezens, maar vormen toch (nog) een eenheid. En het is fijn om te weten dat we die eenheid de afgelopen week allemaal even hard gemist hebben!