We stonden in de rij voor de bioscoop en achter ons stonden twee mannen te praten.
Eén was er zielig. Zijn relatie was net uitgegaan.
Het was echt een goede match, daar lag het niet aan. Echt zo’n match die hij nog nooit eerder meegemaakt had. En basically voelde zij hetzelfde. Maar haar scheiding was nog maar kort geleden, dus ze wilde gewoon nog geen commitment. Het was eigenlijk dus gewoon een time-issue.
En dit was een rasechte hollander, mensen, dat was duidelijk te horen aan zijn uitspraak van die prachtige Engelse termen. Ik heb nog stiekem even achterom gekeken, wat voor type bij die stem hoorde. Verwachtte overhemd, colbert, goedgepoetste schoenen, perfect gekapt haar en zeer glad geschoren wangen. Type snelle jonge zakenman, zeg maar.Maar ik zag een man van het type lieve teddybeer. Uiterlijk dan. Die blijkbaar moeite deed om over te komen als een heel ander soort man. En ik vroeg me af of dat laatste nou niet het voornaamste issue geweest was. Basically.
Ik ben echt geen taalpurist, maar dit soort verminkingen van het nederlands staat me ontzettend tegen. Ik zou spontaan op die man afgeknapt zijn door zijn taalgebruik.
Echtgenoot werkt in de IT. Daar ontkom je niet aan Engelse termen en ingewikkelde afkortingen. Maar er zijn mensen die er zoveel mogelijk in één zin gebruiken en dat is dan alleen maar bedoeld om indruk te maken.
Net zoals sommige academici geen normaal Nederlands spreken, maar allerlei hoogdravende woorden gebruiken voor de meest eenvoudige dingen. Alsof ze de complete Van Dale ingeslikt hebben. Het is niet dat ik ze niet begrijp, hoor. Mijn woordenschat is vrij groot. Maar ik erger me aan de houding die erbij hoort. Het “kijk eens hoe slim ik ben”. Ik vind dan ook niets leuker dan zulke mensen betrappen op het verkeerde gebruik van zo’n woord. Niet dat ik er iets van zeg, want dan krijg ik nog meer van die hoogdravende taal over me heen en dan loop ik gegarandeerd vast.
Zelf gebruik ik wel eens per ongeluk een Engelse term. Dat komt omdat ik vrij veel Engels lees, schrijf en hoor. Dan ben je het wel eens kwijt. Wil ik zeggen dat iets nergens op slaat en dan begin ik met “dat maakt geen…” Want in het engels zeg je “that makes no sense”. Of ik kan even niet op een woord komen dat ik wel in het engels weet. Maar dat zeg ik er dan bij. Dat klinkt trouwens ook wel interessant, maar daar doe ik het niet voor.
Hier in huis vinden wij de snoepjesreclame die beweert dat de snoepjes verkrijgbaar zijn in een bottle bijzonder irritant. Wij roepen dus altijd keihard: potje! En nu niet gaan reageren dat bottle flesje betekent, dat weten wij ook wel. Die snoepjes zitten gewoon in een potje. Maar blijkbaar klonk can of jar niet interessant genoeg. Er is nu ook een klein potje verkrijgbaar trouwens; een pocket-bottle. Vreselijk! Hoewel zakpotje ook niet echt geweldig klinkt. Maar om nu direct op een andere taal terug te vallen als onze eigen taal even te kort schiet, vind ik jammer.
Ja, dat klinkt toch best al taalpuristisch eigenlijk. Want ik ben ook erg lastig met interpunctie, hoofdletters en spelling. Ik wil niet beweren dat ik dat perfect doe, maar als ik op een forum berichten lees die min of meer in msn-taal geschreven zijn, haak ik af. Echte msn taal snap ik al helemaal niet, maar daar ben ik dan ook te oud voor.
Mijn taalgevoel heeft er trouwens ook voor gezorgd dat ik chatten niet sowieso leuk vind. Ik kan niet snel genoeg schrijven, omdat ik altijd let op die interpunctie, hoofdletters en spelling. Bovendien lees ik het dus voortdurend terug en wis ik regels terwijl ik schrijf. Dat doe ik nu ook, maar het is vervelend als er iemand live op zit te wachten. Eh… in real time bedoel ik. Oh nee, ik kan dat beter gewoon weg laten: het is vervelend als er iemand op zit te wachten. Kan ook. Ziet u wel, het zinloos gebruik van Engelse termen is ontzettend ingeburgerd in onze taal. Ik maak me er zelf ook schuldig aan, al is in mindere mate dan bij die man in de bioscoop.
Ik ben trouwens ook lastig met stijlfouten. Ook die maak ik zelf regelmatig, maar ik vind niets erger dan mijn eigen artikeltje teruglezen in de krant en dan een domme stijlfout zien staan. Hoewel dat niet altijd te voorkomen is. Vooral als ik schrijf over iets waar eigenlijk weinig over te vertellen is, gebeurt het wel eens. Want soms kan ik het in vijftig woorden zeggen, maar moet ik er driehonderd. Dan ga je dus eindeloos uitpluizen en herhalen. Hoewel ik altijd stop voor het onleesbaar wordt. Dan heb ik liever wat minder woorden.
Pas las ik een omnibus met daarin vijf boeken van dezelfde schrijfster. Nu is dit al geen literair hoogstaand leeswerk, maar ik begon me na het tweede boek te storen aan het veelvuldig gebruik van een bepaalde uitdrukking. De schrijfster heeft het regelmatig over: “zoals te doen gebruikelijk”. Het zal best correct nederlands zijn, maar het is zo’n rare zinsvolgorde, dat ik er elke keer op blijf steken. En dan gebruikt ze het nog veelvuldig ook. Bij mijzelf zag ik, bij de eerste correctie van mijn boek, dat ik heel erg vaak over “creëren” sprak. Te vaak. Het zou me trouwens niet opgevallen zijn als ik niet zo’n luie typiste was. Nu had de uitgever overal die twee puntjes die ik dus altijd “vergeet” aangestreept en viel het extra op. Ik heb dus een aantal zinnen nog veranderd.
Nog iets heel vreemds trouwens: waarom is het woord voor mensen die moeite hebben met spellen zo moeilijk te spellen? Dan ben je namelijk dyslectisch, heb je last van dyslexie en kun je dat niet eens correct opschrijven. Mijn dyslectische dochter wordt daar heel boos om. Ze is lid van een forum waar verhaaltjes geschreven en beoordeeld worden en moest daar doorgeven dat ze dyslectisch is, om een te harde beoordeling te voorkomen. Toen ze dat gedaan had, hoorde ik de dochters ruziën over de juiste schrijfwijze van het woord.
Ze bleek het dus fout gedaan te hebben, maar dat vond ik niet zo’n ramp.
“Als je zegt dat je dyslectisch bent, kunnen ze niet verwachten dat je zo’n lastig woord goed schrijft. Je hebt kans dat ze je niet geloven als je het wel goed spelt.”
Daar zag ze zelf ook wel de humor van in. Gek genoeg had ze trouwens wel de y en de c goed. Dyslecties had ze ervan gemaakt. Terwijl andere dochter dacht dat het dyslexisch moest zijn, en die is het dan weer niet.
Toch is het raar, waarom heet het niet gewoon leesblind of woordblind meer, zoals vroeger? Ik vond dat wel duidelijk. Alweer zo’n geval van lastige woorden gebruiken. Je kunt ook nog dyscalculie hebben en dan kun je niet rekenen. Maar dat kun je dan wel goed spellen.
Omdat ik nogal talig ben, denken mensen dat ik meedoe met het nationaal dictee. Nee, dus. Niet meer in ieder geval. Want zeg nou zelf, zoiets is toch alleen leuk als je een beetje goed scoort? Vind ik wel. En sinds de nieuwe spelling is ingevoerd, scoor ik nogal laag. Wat er vroeger ingeramd is, krijg je er moeilijk weer uit. Ik schrijf dus automatisch pannekoeken en moet dan heel bewust die n erin gaan zetten. En ik weet nog steeds niet precies hoe die regel in elkaar zit. Paardebloem of paardenbloem? Het laatste dus.
Ik gebruik het groene boekje online als ik twijfel.
En dat doe ik vaak. Gisteren zag ik een reclame van een supermarkt waarin appelen afgeprijsd waren. Appelen. Ik zeg en schrijf altijd gewoon appels. Maar ik ben ouderwets en een beetje simpel in mijn taalgebruik, dus wie weet zeg ik het wel verkeerd. Dacht ik. Nu blijkt dat het allebei mag. Dat scheelt dan weer. Toch klinkt dat appelen heel raar. Meer als een werkwoord. Al zou ik dan niet weten wat het betekent. Ik ga even appelen. Of: zit niet zo te appelen. Er was wel ooit iemand die zei: ik ben een beetje appelig.
Ik moest even googlen (ook zo’n raar woord, maar “even op internet nakijken met de zoekmachine” klinkt ook zo overdreven) om er achter te komen dat het een uitdrukking van Stoffel de Schildpad uit de Fabeltjeskrant was. Het betekent dan futloos zijn. Kijk, nu zijn we eruit. Als ik zeg dat ik ga appelen, ga ik dus op de bank hangen. En de dochters mogen niet zo appelen, als ze nog huiswerk moeten maken.
Maar die dingen die in de aanbieding waren noem ik maar gewoon appels. Dat klinkt toch een stuk aantrekkelijker, minder futloos. Je zou bijna zeggen dat het appelen worden als ze melig zijn. Vandaar dat ze afgeprijsd zijn, natuurlijk. Nu snap ik het.
Het blijft boeiend, spelen met taal.
Taal
Categorie: Persoonlijk