Echtgenoot en ik zijn aan het sporten geslagen. Jawel. Nu is dat voor veel mensen echt niet zo speciaal, maar voor ons wel. Ik heb een tijdje wekelijks gezwommen en ik ben redelijk trouw in mijn oefeningen, maar verder lukt het niet erg. Echtgenoot heeft ooit geprobeerd te volleyballen, maar liep bij de eerste les meteen een blessure op. Ik heb ook nog eens een tijd aerobics gedaan, maar toen gaf mijn knie het op. En dat is zo’n beetje onze hele sportieve geschiedenis.
Ik had natuurlijk de laatste jaren aardig wat lichaamsbeweging omdat ik voor iedere boodschap minstens 6 kilometer moest fietsen, dat is een van de voordelen van het buiten wonen. Maar nu ik mijn rijbewijs en een auto heb, moet ik tot mijn schande bekennen dat ik zelden meer fiets. De auto is zoveel sneller, gemakkelijker, droger, warmer en ruimer. Maar mijn conditie holt achteruit en mijn gewicht holt helaas de andere kant op.
Met echtgenoots conditie is het nog slechter gesteld. Hij heeft in juni zes weken met een mogelijke hernia op de bank gelegen en sindsdien is het erger dan ooit. Hij heeft nu al maanden een chronische rugpijn, maar gaf zelf al aan dat het waarschijnlijk grotendeels spieren zijn deze keer.
Dus moest het er maar van komen. Fitness. Ik zag het niet echt zitten.
Ik heb als tiener een paar proeflessen gehad via school en wist alleen nog maar dat ik het vreselijk vond. Martelwerktuigen. Bij elk apparaat gewichten aan haken hangen en dan aan allerlei touwtjes en stangen moeten trekken. Ik vond er niets aan.
Maar ja, voor echtgenoot was het belangrijk, voor mij kon het geen kwaad en samen heb je meer kans om door te zetten. Dus hakte ik de knoop door en maakte een afspraak.
Gisterenavond was het zover. Omdat we allebei totale nitwits zijn op dit gebied hadden we een afspraak gemaakt met begeleiding. Echtgenoots enige ervaring met fitness leidde namelijk tot drie dagen ondragelijke spierpijn. Hij had met turnen geleerd dat je altijd zover moet gaan als je kunt en dan nog een stukje verder. Dat werkt met fitness niet zo geweldig, dan forceer je de boel.
In de sportschool begonnen we met het bepalen van ons gewicht en onze vet- en spiermassa. Dat viel tegen… Ik wist dat ik weer wat aangekomen was, maar niet dat het zoveel was. Onze eigen ouderwetse wijzerweegschaal geeft ruim een kilo te weinig aan. En ik ben twee centimeter korter dan ik altijd zeg. Wat mijn BMI dus verhoogt. In eerste instantie was mijn vetgehalte alarmerend hoog volgens de computer. Maar dat kwam omdat onze begeleider het vinkje op “man” had laten staan. Vrouwen hebben nu eenmaal standaard meer vet. Nu kwam ik iets onder het gemiddelde, maar wel boven het ideale uit. Ook echtgenoot bleek iets teveel vet te hebben, wat ons nogal verbaasde.
Hierna moesten we een hartslagmeter om doen en een kwartier fietsen. Dat was wel leuk, al stond het zadel niet goed, ik gleed steeds naar voren. Uit die test kwam dat mijn conditie “voldoende” was. Die van echtgenoot was echter “wezenlijk te verbeteren”.
We schoven weer achter de computer en maakten een trainingsschema. Mijn aandachtspunten zijn toch vooral mijn benen, billen en heupen. Daar zitten al die kilo’s namelijk. En toen moesten we onze ronde gaan maken. Alles is heel erg hightech daar. Je hele trainingsschema staat op een digitale sleutel. Die steek je in een computer en dan kun je zien welk apparaat je moet hebben, hoeveel kilo je moet tillen of duwen en hoevaak je dat moet doen. Er stonden meerdere van die computers, en er was er een met plaatjes, dat is wel handig, want ik ben bang dat ik de volgende keer (vrijdag weer) niet meer weet waar ik wat moet doen. Als je klaar bent met een oefening druk je op “done” en dan zegt hij waar je mee verder moet.
Bij de fiets en de crosstrainer is het nog gemakkelijker, daar steek je die sleutel gewoon in en dan stelt de sleutel het apparaat in. Die crosstrainer is wel leuk. Ik ging eerst achteruit. Dat was gemakkelijker. Maar niet goed, natuurlijk. Toen ik het eenmaal door had ging het wel. Ik hield het tien minuten vol. Eigenlijk moest het vijftien minuten, maar dan voor alle andere oefeningen en nu deed ik het erna. Na afloop van het hele gebeuren kon ik met die sleutel dan weer zien dat ik 488 calorieen verbrand had en bijna 6000 kilo getild. Dat is dan toch wel leuk om te weten, maakt het allemaal iets minder vaag.
Maar ik hoop toch eigenlijk wel gewoon echte resultaten te zien. Dat ik die spijkerbroek die ik dit voorjaar kocht en nauwelijks gedragen heb weer ga passen bijvoorbeeld. Dat zou wel leuk zijn.
Voor echtgenoot ligt het natuurlijk heel anders. Die wil gewoon weer het gevoel hebben dat zijn lichaam weer werkt. Slank (lees: mager) is hij altijd al geweest. Dat hij die sexy armspieren die hij had toen hij bij een betonfabriek werkte en de hele dag met zakken kilo sjouwde, dan ook weer terug krijgt, is vooral een bonus voor mij…
Fit
Categorie: Persoonlijk