Ik ben te lief.
Zo, dat staat er dan toch maar heel fier. Niet zo fier als ik ben. Dus.
Ik ben trouwens vast niet de enige. Er zijn vast meer mensen die te lief zijn, te zacht, te passief.
Mensen zoals ik, die pas een snedige reactie verzinnen als de situatie allang voorbij is. En die dan het gesprek talloze keren herhalen in hun hoofd, tot het van binnen raast en van buiten altijd wel ergens pijn gaat doen. Die zich voornemen nooit meer over zich te laten lopen, maar als puntje bij paaltje komt toch altijd het onderspit delven. Mensen die altijd degenen zijn die toegeven, die altijd degenen zijn die zich aanpassen aan de rest.
Mensen die als voorbeeld dingen willen neerzetten en dat dan toch maar niet doen, voor het geval dat andere mensen weer kwetst.
Ik zou wel graag harder willen zijn. Sterker in mijn schoenen willen staan. Gewoon pats, boem reageren als iemand me kwetst of als mensen mij hun mening willen opleggen. Maar dan alleen als de reactie dan positief is. Zo van: “och, kind, je hebt gelijk.”
Zo werkt dat natuurlijk niet. Dat soort mensen voelt zich aangevallen en schiet dan in de verdediging. Dan wordt men boos of gaat men in discussie. Twee dingen waar ik niet tegen kan. Dus zeg ik dan maar niets. Dan borrelt het alleen maar van binnen, tot ik overkook om iets wat er niets mee te maken heeft.
Heel af en toe ben ik wel assertief. Vooral als het om mijn kind gaat. Op de basisschool van mijn jongste dochter vonden ze me erg vervelend. Ik heb daar heel wat keren gezeten en mijn poot stijfgehouden. Het ging dan vooral om de kwaliteit van het onderwijs. Ik vond (en vind) dat het niet de taak van de school is om allerlei vage diagnoses te stellen. Zeker niet als er met die diagnoses nog geen oplossingen aangereikt worden, want “dat verschilt dan toch weer per kind.” Geen diagnoses dus. Alleen oplossingen. En dat heb ik negenenhalf jaar lang volgehouden. Dat ik meestal voor en na zo’n gesprek een flinke huilbui kreeg, wisten ze natuurlijk niet. En een paar maanden later ging ik gewoon weer. Het ging tenslotte om mijn kind, en dan gaat de moederleeuw in mij zich roeren.
Voor mezelf knok ik een stuk minder hard. Ik klets veel te gemakkelijk met mensen mee en voor ik het door heb, blijk ik dan toegegeven te hebben dat ik het huishouden niet aankan, dat ik geen zelfbeheersing (want stress=eetbuien, het staat zoveel mooier als stress zich uit in juist niet eten of meer gaan roken of zo, maar het is natuurlijk hetzelfde) en geen doorzettingsvermogen heb. En, erger nog, dat ik hulp nodig heb. Als ik iets vervelend vind is het wel als mensen mij proberen te helpen, vooral op huishoudelijk gebied. Ik mag dan andere prioriteiten hebben dan sommige mensen, maar wie zegt dat hun manier de enige juiste is? Groot trauma heb ik van mijn schoonmoeder, die oh zo goed bedoeld, de schoteltjes onder mijn planten ging staan soppen. De rest van het huis was schoon, mede vanwege haar bezoek. Maar die schoteltjes waren haar een doorn in het oog.
Dat probleem heb ik nu overigens opgelost. Ik heb geen schoteltjes meer onder de planten.
Eigenlijk ben ik niet lief, maar gewoon een lafaard…
Lief
Categorie: Persoonlijk