Hoewel we de hele huiskamer hebben opgeknapt, heb ik nog steeds de gordijnen die al in dit huis hingen, voor de ramen hangen. Niet dat die zo lelijk zijn, ze zijn heel keurig lichtbruin en ik heb ze gewassen (daarvoor waren ze twee tinten donkerder), dus ze zijn ook schoon. Maar ik vind ze een beetje saai. In ons vorige huis hadden we rolgordijnen, met grote japanse tekens erop. In het huis daarvoor hadden we geen gordijnen. Pas het laatste jaar had ik van gebloemde stof een soort schermpjes voor de ramen gemaakt. Heel apart. Daarvoor hadden we keurige gordijnen. Die al in het huis hingen toen we ze kochten. Grijze. En die werd ik naar verloop van tijd zat. Ik ben een wisselvallig vrouwmens, denk ik. Ik wil zo nu en dan een ander kleurtje in huis. Nieuwe kussentjes, nieuwe gordijntjes, nieuwe plantenpotten. Maar dat is er tot nog niet van gekomen. Ik ben op dit moment in een groene fase. In de keuken heb ik groen emaille en in de huiskamer heb ik een aantal groene potten. Lime groen en olijfgroen. En die kleuren wil ik in de gordijnen terugzien. In strepen of in van die jaren zeventig kringels. Maar ik kan nergens de goede stof vinden. Ik ben bij Leenbakker geweest en bij Kwantum. Maar daar was het effen groen of geen groen. Ja, blaadjesmotieven, maar die wil ik niet. Bij de Hema hadden ze bijna wat ik bedoelde. Strepen. Alleen zijn het strepen in de breedte en ik wil eigenlijk in de lengte. Iedere keer als ik die stof zie, denk ik: kwartslag draaien. Maar dat kan niet, dan zit je met de recht-van-draad en dan valt het niet mooi.
Vandaag was ik alweer in een winkelcentrum, ik moest een voorlamp voor jongstes fiets hebben en nog wat kleine dingen die je in ons dorp niet (of niet voordelig) kunt kopen. Bij de Hema keek ik nog even naar de gordijnen. En dacht weer: kwart slag draaien. Het is het gewoon net niet. Op weg naar de supermarkt zag ik een echte gordijnenwinkel. Dat is altijd een stapje te hoog geweest voor mij. Gordijnen die ik niet overneem van de vorige bewoners, naai ik zelf. Van lappen van de markt (daar heb ik trouwens nog niet gekeken, marktdagen zijn tegenwoordig werk- of klusdagen). Maar ik liep toch naar binnen. En werd geholpen door een aardige mevrouw. Ze had geen groene kringels, maar liet me een aantal stoffen zie die me wel aanspraken. Ik mocht wel stalen meenemen om een beslissing te kunnen nemen. Ik overwoog dat, maar ik was op de brommer, dan sjouw je niet zo gemakkelijke en kreukloos gordijnstalen mee. Aarzelend vroeg ik toch even naar de prijs. En liep toen verwezen de winkel weer uit. Want de goedkoopste stof kwam al op tweehonderdveertig euro. Ons raam is namelijk bijna net zo breed als de hele voorgevel en de gordijnen hangen dus over 3 meter 80 breedte.
Een ander stofje (vond ik nog veel mooier) zou zelfs (even rekenen) vierhonderd euro kosten. Voor een lapje stof met plooien. Die zouden ze er dan wel voor me inzetten. Maar plooiband (poeh, amateurs, dat doe je met de hand!) en haken kwamen er nog bij. Toch maar naar de markt dan. En vanavond ga ik die beige gordijnen maar inkorten. Dan hoeven we ons er niet meer aan te ergeren dat ze over de vensterbank hangen in plaats van erop zoals we dat willen. Ik zit niet zonder, dus nieuwe kopen heeft nog de tijd….
Ik wil altijd van alles, maar als het teveel geld kost, is de lol er vaak al vanaf. Dat heb ik ook met serviezen. Toen we verkering kregen, had echtgenoot een paar bordjes en bekers van dat bruinige glas. Dat kon je vroeger bij benzinepompen sparen. Bij de kringloopwinkel en op rommelmarkten (toen al een liefhebberij van me) zagen we dat veel mensen dat spul wegdeden. Dus besloten we dat bij elkaar te sparen. We spaarden een twaalfdelig servies bij elkaar. De hele familie deed mee, zelfs mijn oma. En ik was er apetrots op. Echt waar. Hoewel ik soms wel eens jaloers keek naar mijn zusje. Die kocht namelijk twee jaar later, toen zij trouwde, het wit porseleinen servies dat wij ons niet konden veroorloven. Precies het model waar wij naar hadden gekeken. De glazen die we hadden uitgezocht (stel dat we ineens veel geld hadden, wat zouden we dan willen) kreeg mijn schoonmoeder voor haar verjaardag. Maar ik dacht aan mijn servies en de lol die we hadden toen we het bij elkaar spaarden. Vijftien jaar is een lange tijd. Er sneuvelde van alles en dat vulde ik dan weer aan bij de kringloopwinkel. En daar had ik best lol in. Al keek ik af en toe naar andere serviezen. In 2001 kochten we in Venetie een glasservies. Wit glas met een gouden randje. Ik was er dolblij mee. Maar het was veel brozer glas dan dat bruine. En we hadden plavuizen door de hele benedenverdieping. Compleet is het dus allang niet meer. Maar wel mooi.
We verhuisden naar het dijkhuisje waar we veel minder ruimte hadden. Ik sorteerde het glaswerk. Gooide overbodige glazen (maten die ik nooit gebruikte, te klein om beleefd iets te kunnen serveren) en overtollige glazen (ik heb nooit negen bierdrinkers die ook nog allemaal een glas willen op visite) weg. Dat luchtte op. Wat ik overhield zette ik netjes in de glazenkast. Er sneuvelde een wijnglas en ik haalde bij de kringloop en vervanger. Een dochter liet een soepkom vallen toen we in de tuin aten en ik haalde bij de kringloop een vervanger. Want ik was trots op mijn servies. Hield ik mezelf voor.
Tot we met de buren een fles rose leegdronken. En toen nog een. En ik voor het eerst van mijn leven zoveel dronk dat ik al mijn remmingen kwijt was. Er viel een glas en ik lachte erom. Er viel er nog een en ik moest nog harder lachen. Ik ging nieuwe halen, liet er twee vallen en gooide de derde erachter aan, lachend dat ik dat bruine spul toch allang zat was.
Toen de hoofdpijn en de misselijkheid en de schaamte gezakt waren ging ik daar over na denken. Want kinderen en dronken mensen spreken de waarheid, zegt men. Dus zat er blijkbaar ergens diep een verborgen verlangen naar ander servies. Ik sprak er met echtgenoot over, die het niet zo gek vond dat ik na vijftien jaar huwelijk iets anders wilde. Er was inmiddels al een heel servies aan losse onderdelen gesneuveld en weer vervangen, met een normaal servies zou ik allang iets anders gehad hebben. Dus ging ik met zijn toestemming naar ander servies uitkijken. En dat valt lang niet mee. Tweedehands lukt in ieder geval niet. Want je ziet van alles, maar zelden hetzelfde. En ik zit voor borden toch wel aan minimaal negen en liever twaalf vast. Als de dochters alledrie iemand meenemen zitten we al met acht personen aan tafel, als beide ouderparen meeeten met negen.
Ik kijk dus regelmatig rond bij de Blokker, Marskramer en Hema. Zie daar ook wel eens iets leuks. Maar ga dan rekenen. Drie tot vier euro voor een bord is een vrij normale prijs. Twaalf kleine, twaalf grote, dat is dus zeventig tot honderd euro. En dan wil ik ook graag bijpassende soepkommen, yoghurtschaaltjes en dekschalen. Zo veeleisend ben ik dan wel weer.
Kopjes en mokken mogen wel een ander motiefje hebben. Dus bij gebrek aan geld voor een compleet servies, zoek ik nu naar kopjes en mokken. En kan daar ook al geen besluit over nemen. Het is het steeds net niet. En omdat ik het niet nodig heb, net als bij de gordijnen, koop ik het dan maar niet. Maar ik kan inmiddels geen winkel waar ze gordijnen of serviezen verkopen meer voorbij lopen zonder er te gaan kijken. En dat is een tijdrovende bezigheid! Maar wel leuk.
Gordijnen en serviezen
Categorie: Persoonlijk