Omdat ik vandaag mijn collega’s mijn log heb laten zien, en dus kans heb dat zij hier komen lezen, moet ik eigenlijk wel even iets loggen over het werk. Doe ik zelden, want daar schijnen mensen nog wel eens problemen mee te krijgen. Je moet ook geen “werkgeheimen” vertellen natuurlijk. Maar de gekke dingen, die kan je wel vertellen.
Onze kopieermachine bijvoorbeeld. Die ging een tijdje geleden ineens Frans spreken. Dat was heel gek. Ik snapte best dat iemand ergens een taalinstelling gewijzigd had, maar dat was lastig te vinden. De instellingen waren ineens ook Frans namelijk. Uiteindelijk lukte het een van de mannelijke collega’s hem weer Hollands te laten babbelen.
Op dit moment heeft de kopieermachine moeite met de feeder boven op. De rolletjes zijn al een keer vervangen, maar dat helpt niet best. Want ik legde er een stapeltje te kopieren uitdraaien in en die werden simpelweg niet doorgevoerd. Het ding piepte steeds en beweerde dan dat het origineel vastzat. Nu ben ik zo’n type dat tegen apparatuur praat, dus ik zei nog: “Welnee, er zit niks vast, ga nou maar gewoon door.”
Maar apparaten luisteren niet best. Dus moest ik klepjes openen en weer sluiten. Wat ik volgens de heren collega’s wel erg hardhandig deed. Even leek dat te helpen, maar helaas. Het bovenste papiertje verschoof een centimeter en zakte toen weer terug. En weer snapte de kopiermachine niet wat er gebeurde. Weer beweerde hij dat het origineel vastzat. Wat dus weer niet waar was. Maar ik moest weer eerst klepjes openen en dichtgooien voor hij dat wilde begrijpen.
Collega-die-naast-de-kopieermachine-zit (hierna te noemen collega P.) dacht het beter te kunnen. En bleek daarin gelijk te hebben. Want voor hem wilden de papiertjes wel door de rolletjes. Ik ben alleen bang dat woorden te kort schieten om te beschrijven hoe. Dat ik spontaan de slappe lach kreeg is wel een teken natuurlijk.
Collega P. trok een ernstig gezicht (dat kan hij goed), ging eens goed voor de machine staan en duwde -voorzichtig en teder- het bovenste papiertje op de rollertjes. En de machine deed braaf wat hij moest doen. Ook het volgende papiertje duwde collega P. -voorzichtig en teder- naar voren. Het derde papiertje ging al wat gemakkelijker en het vierde ging vanzelf.
Toen liepen de tranen van het lachen al over mijn wangen. En ik concludeerde dat ik altijd over “hij” spreek als ik het over de kopiermachine heb, maar dat het blijkbaar toch een “zij” is, die het alleen maar doet als je haar -voorzichtig en teder- langzaam op gang laat komen!