Mijn hoofd zit vol met de gekste dingen. Dat is lastig, maar ik maak nu eenmaal van alles mee. Zeker sinds het werk voor het krantje weer een stuk meer geworden is. Ik kom overal en hoor van alles. De kale feiten verdwijnen wel weer uit mijn hoofd, die komen in het stukje terecht. Maar de anekdotes, de gekke dingen, die blijven hangen. Zoals de verspreking van iemand, die de mensen in zijn toespraak nog veel zinloze bijeenkomsten toewenste in het opgeknapte gebouw. Zinvolle! verbeterde hij snel. En de vrouw voor me fluisterde tegen mij: “Dat heb je niet gehoord, hè?”
Dat soort dingen komt dus niet met naam en toenaam in mijn artikelen, maar het blijven leuke verhalen. Er was ook een huisarts die nogal bitter de toekomst van zijn vak schetste: “De huisarts van de toekomst is een part-time werkende vrouw, wiens partner een eigen carrière heeft. En die huisartsen willen goed uitgeruste ruimtes buiten hun eigen huis waar ze doktertje kunnen spelen.”
Dat heb ik ook maar uit mijn artikel gelaten. Dat de huisarts niet meer is wat hij geweest is, wist ik trouwens allang. Want als je bij onze dorpsarts binnenloopt om even in levende lijve een afspraak te maken (de opticien zei dat we maar even naar de huisarts moesten met de onsteking in dochters ogen en dat was drie huizen verderop), wordt je uitgescholden door de assistente. Je mag alleen bellen voor een afspraak tussen 8 en 10 uur ‘s ochtends. En dan mag je nog geen voorzichtige eisen stellen aan de tijden, want dat is goed voor nog een snauw.
In het ziekenhuis hebben ze daar ook last van, trouwens. Ik belde voor een afspraak met de oogarts. “Met welke arts wilt u een afspraak?”
Ik zei nogmaals dat ik een doorverwijzing van de huisarts had voor een oogarts.
“Met welke arts, mevrouw?” klonk het geïrriteerd.
Pas toen ik terugsnauwde: “Dat weet ik toch niet, doe maar wat!”, werd er actie ondernomen.
Die oogarts was trouwens ook niet erg helder. Want hij vroeg eerst of dochter haar lenzen nog gedragen had sinds die ontsteking begon. Het antwoord was nee. Sinds de eerste verschijnselen in november al niet meer. Vervolgens beweerde hij dat de ontsteking nu minder was omdat de optometrist er druppels in gedaan had.
“Nee, er zitten geen druppels in.” zeiden wij. Wij waren er zelf bij, en er zijn toch echt geen druppels toegediend.
“Jawel, dat heeft hij gedaan.” beweerde de arts met een gebaar naar de andere helft van de spreekkamer. Daarna maakte hij het nog bonter, want de reden dat de opticien de ontsteking de ene keer erger vond dan de andere keer was volgens hem omdat Deb dan haar lenzen weer gedragen had. Niet dus, dat hadden we al gezegd. Bovendien zat volgens hem de beschadiging, want het was geen ontsteking, onder haar ooglid, heel lastig te zien. En hoewel ik vier keer zei dat de opticien iets onderin haar oog gezien en nog nooit onder haar ooglid gekeken had, reageerde hij daar nauwelijks op. Maar goed, we hebben druppels en we moeten over zes weken nog een keer.
Dat zit dus allemaal in mijn hoofd. Verder zitten daar nog steeds allerlei naai- brei- en verbouwingsplannen. Maar die moeten even blijven waar ze zijn, want mijn lichaam werkt even niet mee. Ik kan de dingen die echt moeten net bijhouden, maar meer lukt echt even niet.
Ik was ook nog bij televisieopnames voor Nationale Kidstv. Dat was wel grappig, dan zie je hoe nep zo’n programma is. Want Kim Lian rijd zogenaamd met een schattig volkswagenbusje het hele land door. Alleen stond dat busje er om kwart over acht al en kwam Kim om kwart voor negen pas aan. En toen werd het busje door een man om de hoek van het schoolplein neergezet, waarna Kim Lian deed alsof ze aankwam. Vervolgens stapte ze weer naast die man in, die hem achteruit terug reed (dat lukt haar blijkbaar zelf niet) en kwam ze nog een keer aan. En toen nog een keer.
Wel handig voor mij, als fotograaf, want ik had uitgebreid de tijd om de aankomst te fotograferen. De kinderen deerde het niet, zelfs niet toen het afscheid er direct achteraan gefilmd werd.
Ik grapte tegen een van de toeschouwertjes dat het wel een kort dagje was zo, maar het jochie keek me daas aan en zei toen: “Dat is Kim Lian!”
Ook al gevoelig voor de onaantastbaarheid van beroemdheden dus.
Eigenlijk wilde ik dit allemaal niet vertellen. Maar ja, een vol hoofd betekent meestal een nogal warrig schrijfsel. Soort therapie, want dan ben ik het kwijt.
Er is één ding waar ik echt helemaal vol van ben. En dat is samen te vatten in een regeltje van een liedje dat de hele week al door mijn hoofd speelt.
“Ik heb een boot.” Ik ken verder het hele liedje niet. Eén van de dochters kwam ermee thuis van zeilkamp vorig jaar en heeft het zoveel gezongen, dat een andere dochter al bij het eerste woord begint te mopperen. Het is blijkbaar een aansprekend nummer, want met Sinterklaas kwam het ook voorbij: “Hij heeft een boot.” En ik hoorde dat er een Joran van der Sloot persiflage is: “Ik heb geen boot. Ik weet niet wat hij lult die van der Sloot.” Dat is ook de enige variant waarvan ik meer regels weet dan dat eerste stukje.
Maar goed. Het is duidelijk. Ik heb een boot. Wij hebben een boot. En daar zijn we heel erg blij mee. Het bootje was eerst van mijn ouders en we hebben er altijd een zwak voor gehad. De zeilende dochter noemt het een motorjachtje, dit als tegenstelling tot het zeiljacht dat zij graag zou willen hebben. Ik noem het gewoon een bootje. De naam is veelzeggend. Toen mijn ouders hem kochten, lag hij tussen twee grote spierwitte jachten. Daardoor viel het extra op dat hij nogal klein is, en bovendien gelig met een groene kap. Mijn moeder noemde hem spontaan “Erwt” en zo heet hij nu dus officieel.
In onze jachthaven ligt de Erwt nu nog naast een half gezonken open bootje, dus het lijkt heel wat. Zaterdag hebben echtgenoot en mijn vader hem opgehaald uit het Gooimeer. Toen mijn ouders de Erwt wegdeden hadden wij namelijk geen tijd en geld voor een boot. We hadden toen twee huizen, waarvan één in zware verbouwing. We wilden wel, maar het ging even niet. Dus namen andere mensen de Erwt over. Maar nu zij hem zat waren, hadden wij weer een kans. En aangezien we nu één huis in redelijke toestand hebben, gaat dat ook best.
Zondag zijn we eerst maar eens het dek gaan schrobben. De arme Erwt was helemaal groen uitgeslagen. De dochters hadden er best zin in. Ze zongen er zelfs bij en dat was toepasselijk een liedje uit de piratenmuscial waarin ze spelen: “Wij maken schoon schip”.
Rustiger is de jachthaven er door onze komst niet op geworden. Maar gelukkig gaan we er ook mee varen. Van de havenmeester hoorden we dat er mensen zijn die van april tot oktober ieder weekend komen, maar nooit de haven verlaten. Dat begrijpen wij niet helemaal, want na het schrobben zijn we natuurlijk meteen gaan varen. Niet erg ver, maar het was heerlijk. Natuurlijk was het ook uitzonderlijk goed weer voor februari, dat hielp wel. Maar wij verheugen ons mateloos op de zomer. Het plan is als gezin veel tochtjes te gaan maken. Dat kan best, met vijf, zelfs zes personen op de Erwt. Leuk, vroeg weg en mooie routes varen. We zien het helemaal zitten. Maar we hebben nog veel mooiere plannen. Want met z’n tweeën kun je best een weekje wonen op de Erwt. De eethoek in de kajuit is ook een bed, net als in een caravan. Er is een keukentje en plaats voor een porta-potti. Douchen gaat niet, maar bij de meeste havens is wel een wasgelegenheid. We zien het dus al helemaal zitten. Heerlijk varend rondtrekken. Bijkomend voordeel is dat je met zo’n bootje niet zo ver komt. We willen Barrel (de camper) ook weer rijdend hebben van de zomer, maar daarmee zitten we zomaar op Sicilië als we niet uitkijken. En dat is met een eigen bedrijf toch wel een eind weg, eigenlijk. Als er dan een klant een probleempje heeft (loszittende stekkertjes enzo) kun je er niet zo gemakkelijk heen. Terwijl we met het bootje gewoon in Nederland blijven. Dan kan echtgenoot gewoon een auto huren en even op en neer gaan om dat stekkertje weer vast te zetten. Hoewel… moet je ons net hebben. Als het even meezit, varen we zo Duitsland binnen. Zou dat kunnen, over de Rijn? Ik zou de Lorelei wel van dichtbij willen zien, bijvoorbeeld. En misschien kun je dan ook wel doorvaren naar Oostenrijk.
Ik heb werkelijk geen flauw idee hoe al die rivieren lopen. En dan heb je natuurlijk ook nog kanalen. Je komt best ver over water.
We mogen wel oppassen, als we niet uitkjjken liggen we straks met de Erwt in de haven van Sicilië!
Een boot
Categorie: Persoonlijk