Toen bij mij de eerste feestvreugde over de aankondiging dat mijn boek zou worden uitgegeven was gezakt, begon ik langzaam te beseffen dat dit nog maar het begin was.
Dat je verhaal gedrukt wordt is één ding, maar het zou ook leuk zijn als het gelezen wordt. Omdat ik bij een reguliere uitgever zit, ben ik niet verplicht om aan promotie te doen. Er zijn PODuitgevers waar je tientallen emailadressen in moet leveren of zelf bij de boekhandels moet gaan leuren. Dat wordt voor mij allemaal geregeld. Ik had ervoor kunnen kiezen om gewoon verder te leven en af te wachten. Het zou vanzelf wel bij boekhandels en bibliotheken terecht komen.
Ik ging me echter via fora en hyves een beetje verdiepen in het schrijversgebeuren en zag dat de meeste mensen toch wat voortvarender te werk gaan. Om gelezen te worden is het ook handig als mensen je naam herkennen. Gedeeltelijk had ik op dat gebied al wat openingen. Want ik was al vrij actief in het reageren (onder mijn echte naam) op de site van een groot damesblad. En ik schrijf natuurlijk ook onder mijn eigen naam in het streekkrantje.
Toch besloot ik er iets meer aan te doen. Ik zette mijn internetsite onder een eigen en dus herkenbare domeinnaam (www.geertrude.nl), verhuisde mijn weblog naar een even herkenbare naam (geertrude.blogspot.com) en werd lid van hyves.
Dat was toch wel even anders dan het anonieme bloggen dat ik al (met onderbrekingen) sinds 2001 deed. Ik besefte ineens dat het zomaar zou kunnen dat mijn site door honderden onbekenden gelezen zou worden. Gelukkig had ik al eerder (door schade en schande) geleerd niet te veel echt persoonlijke dingen op internet te zetten. Ik vertel wel veel over mijn priveleven en ik denk dat mensen ook het gevoel hebben dat ze me echt kennen. Maar ik zal het nooit (meer) heel uitgebreid gaan vertellen als ik even een dipje heb. Dan ga ik juist op zoek naar een gezelliger onderwerp om over te schrijven, of een leuk onderwerp voor de doordeweekse foto.
Op het schrijversforum las ik ook over het houden van een boekpresentatie. Hoewel je dat meer moet beschouwen als een gezellige bijeenkomst met vrienden en familie om het uitkomen van je boek te vieren, vestigt het wel weer even de aandacht op de schrijver en zijn boek.
Dus trok ik de stoute schoenen aan en ging met mijn bladzijde uit de fondslijst naar de bibliotheek. In ons dorp worden alle schrijversbezoeken geregeld door de bibliotheek, in samenwerking met de plaatselijke boekhandel. Bovendien kende ik de mensen in de bibliotheek goed, omdat ik daar heel regelmatig kom om boeken te lenen.
Na wat geschuif met datums vroegen ze me of ik het uitkomen van mijn boek nog iets langer kon uitstellen. Ze wilden me namelijk wel graag hebben als activiteit om de boekenweek te openen. Dat vond ik natuurlijk een hele eer! Ik moest dan wel een lezing houden, zodat het ook voor buitenstaanders interessant zou zijn. Oh… ach, dat kan ik wel. Dacht ik toen opgewekt, want het duurde immers nog twee maanden voor het zover zou zijn.
Terwijl ik het besef dat ik een half uur voor publiek zou moeten praten voor me uit schoof, regelde ik de dingen die nodig waren. De bibliotheek maakte een persbericht en ik stuurde uitnodigingen naar al mijn familie, vrienden en kennissen. Ik vroeg mijn redactie of ze er aandacht aan wilden besteden en
die stemden grif toe. De persberichten werden uitgebreid geplaatst en er kwam een interview van een halve pagina.
Dat laatste was heel raar. Ik doe zelf regelmatig interviews, maar dan draait het gesprek altijd om de andere persoon. Dat is gemakkelijk. Ik laat hen praten en klets als het nodig is gezellig mee, om het gesprek op gang te houden. Meestal is het erg gezellig. Maar nu zat ik dus aan de andere kant van het schrijfblok. Dat was wel even wennen. Ik was na afloop ontzettend bang dat ik er heel domme dingen had uitgeflapt, maar het eindresultaat viel honderd procent mee en het roept toch een hoop reacties op bij mensen die ineens de link leggen tussen mijn naam onder de stukjes en het interview.
Nu die lezing nog. Aanstaande woensdag. Wat ik wil zeggen begint eindelijk een beetje vorm te krijgen in mijn hoofd. Maar er staat nog geen zinnig woord op papier. Ik moet dus dringend aan het werk. Werk, ja. Zo voelt het nu wel een beetje. Gezellig rommelen met woorden tot er een verhaal uitrolt is ineens niet zo vanzelfsprekend meer. Men noemt mij nu schrijfster en ik plak daar vooral zelf verhoogde verwachtingen aan vast. Ik heb geen idee hoe ik daar in de toekomst mee om zal gaan eigenlijk. Maar daar ga ik nog even niet over nadenken.
Eerst die lezing…
Gastblog op Trouw Schrijf! – En dan wil je natuurlijk ook nog gelezen worden
Categorie: Persoonlijk