Toen ik na mijn boekpresentatie, afgelopen woensdag, thuis kwam, besefte ik ineens dat het nu voorbij was. Alles waar ik in die twee jaar naar toegeleefd had, de mededeling dat mijn boek werd uitgegeven, het proces van redigeren en vormgeven, de eerste keer dat je je eigen boek tastbaar in handen hebt, en de presentatie ervan aan het publiek. Voorbij. Alsof er een periode afgesloten wordt. Dit komt nooit meer terug.
Natuurlijk is het niet echt voorbij. Eigenlijk breekt nu de spannendste periode aan. Wordt mijn boek ook echt verkocht? Vinden mensen het een goed, leuk, mooi boek?
Een goed begin is het halve werk, zegt men. Dit was het begin en ik hoop maar dat het goed was. Aan de presentatie zal het niet liggen. Er waren een stuk of veertig mensen, die allemaal erg positief waren. Over mijn lezing, maar ook over de fragmenten die ik voorlas. Dat bleek in ieder geval uit het feit dat er heel wat boeken verkocht zijn die avond.
Tot mijn grote verbazing vond ik het ook ontzettend leuk om te doen. Zo’n lezing geeft je de mogelijkheid om direct de reacties van de lezers te peilen. Schrijven is een eenzaam beroep. Je weet nooit zeker of mensen dingen opvatten zoals jij dat bedoelde. Het geeft echt een enorme kick als er gelachen wordt om stukjes die je zelf erg grappig vind.
Na lang twijfelen heb ik er voor gekozen om mijn lezing toch maar op papier uit te werken. Ik kan tenslotte best goed schrijven, dus dan zou het op die manier in ieder geval niet aan de tekst liggen. Ik zocht op internet naar de gemiddelde spreeksnelheid en kwam ergens tegen dat je bij een toespraak of lezing ongeveer op 140 woorden per minuut uitkomt. Een kleine rekensom leerde me dat ik dus 4200 woorden moest schrijven. Dat is nog wel te doen.
Ik besloot toch het thema van de boekenweek maar als uitgangspunt te nemen. Dat was een beetje lastig, want er komt helemaal geen dier in mijn boek voor. Er staat alleen ergens dat de hoofdpersoon een late wandelaar ziet, maar denkt dat het iemand is die zijn hond uitlaat. Tot ze ziet dat de man helemaal geen hond bij zich heeft.
Dat stukje heb ik toch maar voorgelezen, want het is wel een vrij spannend stukje. Al brainstormend kwam ik er wel achter dat ik als tiener ooit de derde prijs in een gedichtenwedstrijd gewonnen had,
met een gedichtje over een mus. Tjielp, tjielp! Dat heb ik er dus ook in verwerkt. En stapte vervolgens over naar mijn allereerste pogingen om schrijfsels te verkopen. Dat was een column, maar het ging wel over onze kat. En vandaar uit kon ik toch de ontwikkeling van mijn “beginnend schrijverschap” (dat was wat de bibliotheek als onderwerp van mijn lezing naar buiten gebracht had) verder uitwerken,
tot ik belandde bij de manier waarop mijn boek tot stand kwam. Weer voelde ik het contact met het publiek, toen ik een fragment voorlas, dat één van de onderliggende verhaallijnen illustreerde. Mijn hoofdpersoon had zo’n avontuurlijk leven geleid, dat ze helemaal niets van het huishouden wist. Dus toen ze vrij onverwacht een huwelijk met haar jeugdliefde inrolde, moest ze alles nog leren, tot aan koffiezetten toe. Er werd een beetje verwachtingsvol gegniffeld toen ze zes schepjes in het apparaat deed, om zes kleine kopjes te zetten. En er werd gegrinnikt toen ze vertwijfeld vroeg: “Waarom maken ze die schepjes dan zo groot?” (Dat heb ik me ook altijd afgevraagd, zelfs mijn man en ik, die hele sterke koffie drinken, krijgen het niet weg met 1 schep per kopje).
En ook het tweede fragment, waarin we kennismaken met de rare gedachtenkronkels van de moeder van de overleden vrouw van de mannelijke hoofdpersoon, riep reacties op. Toen deze mevrouw de nieuwe moeder van haar kleinkinderen een volledig uitgewerkt huishoudschema in haar handen drukte, met de mededeling dat ze iedere dag zou komen controleren, hoorde ik verontwaardige geluiden uit het publiek komen.
Dat is zo leuk! Als je zelf je teksten al een keer of tien hebt doorgewerkt op zoek naar spel- en stijlfouten, en vervolgens die fragmenten een keer of acht hardop hebt voorgelezen (om te oefenen voor de lezing), dan worden het losse woorden, in plaats van een verhaal. Tenminste, dat gevoel had ik een beetje. De emotie en de spanning verdwenen en het werd een technisch geheel. Dat is jammer. Maar misschien hoort het ook wel bij het proces. Het wordt tijd om het los te laten. Dit boek is nu van het publiek en niet meer van mij.
Dit is het einde van het begin.
Gastblog op Trouw Schrijf! – Het einde van het begin
Categorie: Persoonlijk