Onze kat heeft karakter. Van een weblog-vriendinnetje kreeg ik te horen dat haar dierenarts beweert dat zwart-witte katten het leukste karakter hebben. Nu hebben wij ook twee gestreepte katten gehad en een rood-witte, die alledrie ook een heel eigen willetje hadden, dus ik weet niet of ik het daar mee eens ben. Misschien ligt het ook wel aan de manier waarop je zo’n beest behandeld. Bij ons zijn het altijd volwaardige gezinsleden (nou ja, tot op zekere hoogte dan, het blijft een dier) geweest. Daarmee creëer je natuurlijk ook zo’n willetje.
Maar dat onze huidige, zwart-witte kat karakter heeft is in ieder geval een feit. Vanaf het moment dat ik hem een jaar geleden uit het asiel mee nam, heeft hij zijn eigen plaats in dit gezin opgeëist. Eigenlijk beschouwt hij ons als bijkomstigheden. Dit is zijn huis en wij behoren daar te zijn en te doen wat hij wil.
Als wij weg zijn, is het niet goed. Dan gaat hij gillen voor het raam tot we thuiskomen. De dochters mogen overdag weg. Daar is hij aan gewend. Dat vind hij zelfs fijn, want drie maal twee handen die je voortdurend willen aaien en oppakken is best wel veel voor een oude kater. Hij lijkt altijd te herademen als de laatste de deur uit is, maar zit vanaf een uur of drie wel te wachten voor het keukenraam om ze te zien thuiskomen.
De baas mag ook wel weg zijn. Overdag tenminste. Want ‘s avonds hoort de baas er te zijn voor de broodnodige stoeipartijtjes. Met al die vrouwen valt niet te vechten, die zeuren meteen dat het pijn doet als je eens lekker je tanden in zo’n hand zet.
Maar de vrouw… ja, dat is een geval apart. Die mag absoluut niet weg, het is een groot, enorm drama als de vrouw weg gaat.. De vrouw hoort thuis. Die moet meteen met het schepje aan de gang als hij iets in zijn bak gedaan heeft. En die moet het ook niet wagen om daar even geen zin in te hebben, want dan wordt er om de vijf minuten hard tegen de bak geklopt. Als de vrouw heel erg nalatig is, worden er drastischere maatregelen genomen. Meestal is het genoeg om alleen maar te beginnen met de rommel zelf maar uit de bak te schoppen. Daarnaast is de vrouw belangrijk voor het eten. Hoewel de andere vrouwtjes dat ook wel eens doen, gaat hij eerst altijd bij de grote vrouw vragen of het nog geen tijd is. Daar kunnen we het nog niet erg eens over worden. Hij is in de veronderstelling dat drie uur een mooie tijd is voor een eerste schotel blikvoer. Dat is dan om zes uur op en dan mag er nog wel een restje achteraan.
De vrouw vind echter dat hij genoeg heeft aan één keertje blikvoer en dat krijgt hij pas om een uur of vijf. Dus wordt er van drie tot vijf flink gezeurd.
Onze vorige katten schreeuwden letterlijk om eten, deze pakt het subtieler aan. Smekend voor je gaan zitten, zielige piep geluidjes maken, zachtjes tegen je arm tikken, nagels in je mouw slaan en proberen je mee te trekken en natuurlijk enthousiast mee huppelen als je ergens anders voor in de keuken moet zijn. Hij is ook in de volste overtuiging dat zijn aanpak werkt. Het duurt wel even, maar uiteindelijk geven ze toch toe. Om vijf uur dus.
‘s Avonds is hij de aandacht van de dochters wel min of meer zat. hij kan niet wachten tot ze naar bed zijn. Normaal gesproken gaat iedereen hier om half tien naar de eigen kamers. Slapen hoeven ze dan nog niet, maar een uurtje rommelen zonder televisie of computer is wel zo gezond. Bovendien hebben wij dan nog wat privacy. Met “wij” bedoel ik natuurlijk echtgenoot en ik. Maar de kat denkt dat hij daar ook bij hoort. Om half tien wordt het eindelijk rustiger in de huiskamer en dan wil hij graag op de bank of op het voetenbankje liggen, dicht bij ons. Af en toe een aai, een beetje spelen, maar niet te veel drukte. Dat is voor hem het toppunt van gezelligheid.
Maandag was er een goede film op televisie. En voor de verandering mochten de dames die af kijken, ook al duurde hij tot kwart over elf. Twee van de dochters hadden één of meer uren vrij die ochtend en de derde dochter kan goed tegen laat naar bed gaan. Dus wij keken gezellig met zijn allen. De kat vond het echter maar niets. Die kon zijn draai niet vinden. Kwam de huiskamer binnen, keek verwijtend naar de dochters, ging dan maar weer de keuken in. Kwam een kwartier later weer, liep een rondje, keek verwijtend achterom en verdween weer naar de keuken. En dat duurde tot de dochters naar bed gingen. Toen plofte hij zielstevreden op het voetenbankje en ging liggen slapen. Eindelijk had hij ervoor gezorgd dat ze naar bed gingen. Doodop wordt je van al dat geregel. Maar ja, als de kat niet zorgt dat de mensen zich aan hun schema’s houden, wordt het gewoonweg een rommeltje!
Karakter
Categorie: Persoonlijk