Het is een rare week. Dat verzucht ik wel vaker, dat weet ik. Ik heb altijd rare weken en dan steeds op een andere manier raar. Dus wennen doet het niet.
Deze week is een kilometervreterweek. Ja, het is belachelijk, maar ik denk dat het autootje en ik deze week de duizend kilometer wel gaan halen.
Het begon maandag al. De dochters hebben officieel nog geen vakantie, maar een kamp was verzet naar deze week, wegens te weinig aanmeldingen voor de week erna. Het mocht van school, deze week hoefde ze alleen haar rapport nog op te halen.
Geregeld dus. Alleen bleek dat danskamp in Schoonloo gehouden te worden. Met het openbaar vervoer een reis van minstens vier uur en onmogelijk om op tijd aan te komen. Ze moest er om tien uur zijn en volgens de reisplanner kun je er niet eerder dan elf uur aankomen. Bovendien zou ze dan nog twintig minuten moeten lopen vanaf de dichtstbijzijnde bushalte. Wegbrengen dus.
Ruim tweehonderd kilometer dus. Ik wilde op tijd weg, maar het stekkertje van de tomtom was ineens kapot. Ik stuurde dochter naar binnen om de route uit te printen en ondertussen repareerde echtgenoot het stekkertje. Dat lukte, maar het kostte ons een kwartier. En natuurlijk kwamen we in de file terecht en moest ik tanken. Op het briefje stond dat we vanaf tien uur welkom waren, dus ik maakte me niet erg druk, ik nam aan dat de ontvangst tot de lunch zou duren.
Niet dus. We hoorden bij de allerlaatsten die aankwamen, dochter werd direct naar haar kamer gebracht en net toen ik eindelijk een bakje koffie wilde gaan halen, werd er omgeroepen dat we moesten verzamelen. De kinderen werden welkom geheten en daarna werden de ouders verzocht afscheid te nemen. Efficient zijn ze daar wel. Ik had natuurlijk best een kopje koffie kunnen krijgen, als ik had uitgelegd dat ik amper tien minuten rust had gehad na een rit van tweeenhalf uur. Maar ik ging braaf als een van de eersten weg, een zenuwachtige dochter (ze kende daar helemaal niemand) achterlatend.
Het was nog een leuk kwartiertje naar de snelweg, maar daar ben ik gauw bij de eerste benzinepomp gestopt. Hele vieze koffie gedronken en een lekker broodje gegeten en toen weer verder gereden. Toen had ik er dus al bijna vierhondervijftig kilometer op zitten!
Dinsdag had jongste sportdag. Ze had het goede argument dat ze een groot nadeel had ten opzichte van de anderen als ze eerst een uur moest fietsen. Sportdag is in dit gezin geen feest. Erfelijk belast zijn ze. Ik had er ook niets mee. Gym was al erg genoeg, maar als je klasgenoten dan ook nog eens willen winnen van andere klassen, heb je geen leven als je zo’n slome bent als wij allemaal zijn. Ik bracht het kind dus maar weg, om haar in ieder geval een klein beetje op weg te helpen. Daarna moest ik een printer gaan halen. Die van ons had kuren en dat is niet handig als je facturen moet kunnen printen. Maar de leverancier zit in Bergschenhoek, toch ook weer vijftien kilometer bij ons vandaan. Dat tikte alweer aan. En ik moest jongste natuurlijk ook weer ophalen van school.
Woensdag ging dezelfde dochter met school naar Walibi. Dat was een stuk leuker dan sportdag, maar ook al een wegbrengdag. En ik vond dat wel een handige dag om met oudste te gaan winkelen. Omdat zij in Leiden wil gaan studeren, bedacht ik dat het leuk zou zijn om daarheen te gaan.
Dat is maar drieëntwintig kilometer. Maar niet als je de afslag mist, uiteindelijk via Delft in Rotterdam belandt en dan weer terug moet. Dan is het een heel stuk verder.
De terugweg ging wel rechtstreeks gelukkig.
Ik ga trouwens maar niet vertellen over de asociaal inhalende (soms zelfs rechts) en snijdende (vracht)auto’s die ik tijdens al die kilometers tegenkom, want dan komt er stoom uit mijn oren en hebben sommige van mijn lezers geen rustig moment meer. Ik denk alleen dat veel machomannen niet willen dat er een klein paars autootje vóór hen rijdt.
Vandaag zou ik het rustig houden. Weer jongste naar school brengen, want ze moest haar boeken inleveren. Haar zussen heb ik daarvoor ook gebracht, want die hadden een enorme berg. Vooral de dochter met het bèta-pakket, die had voor haar bijna vijftig boeken drie tassen nodig. Jongste had elf boeken, waarvan er vier zo dun zijn als een tijdschrift. Maar goed, het ging om het principe.
Omdat ik toch reed, leek het mij wel leuk om even naar de Ikea te gaan. Ik had een paar kleine dingen nodig en een dochter wilde planken voor boven haar bed. Andere dochter wilde niets, maar kocht uiteindelijk twee boekenkasten. We hebben een leuke regeling afgesproken: ik heb ze betaald, maar iedere maandag (stofzuigdag) waarop de vloer nog vol rommel ligt (oh, dat is er nog wel eentje voor de dagelijks foto!) betaalt ze me drie euro boete. Een half jaar rommelen en ze heeft de kast, inclusief de in verhouding belachelijk dure manden voor haar cd’s alsnog zelf betaald.
Dat was dus een rondje naar Delft en daarna nog “even” naar Rotterdam Alexander, want bij Ikea hadden ze geen handige vuilnisbakken. Of ik zag ze niet, dat kon ook.
Het tellertje in mijn auto is inmiddels dus enkele honderden kilometers gestegen. En daar komt morgenavond dus nog eens vierhonderdvijftig bij om de danskampende dochter weer op te halen (echtgenoot moet waarschijnlijk werken, dus ik ga weer alleen). En nog een beetje, want ik moet natuurlijk ook de weekboodschappen halen.
Eigenlijk is het schandalig natuurlijk, met die enorm hoge benzineprijzen zo vreselijk veel rijden. Maar het kwam toevallig zo uit deze week. Gelukkig heb ik wel een heel zuinig autootje.
En ik vraag me weleens af hoe ik dat zonder rijbewijs en auto gedaan zou hebben. Niet te geloven dat ik het zo lang zonder gedaan heb. Dan zou het leven deze week toch een stuk lastiger geweest zijn.
Ook rustiger. Dat dan weer wel.
Kilometers vreten
Categorie: Persoonlijk