Als je het voorgaande deel van mijn vakantieverslag leest, zou je denken dat we toch behoorlijk cultureel bezig zijn geweest. Valt mee, want na Rome hadden we het behoorlijk gehad met gebouwen, opgravingen en kunst. We zijn toen naar Sicilie gereden. Niet in een keer door natuurlijk, dat is te ver. Wel over de snelweg. Die is namelijk in Zuid-Italie vaak mooier dan de binnenwegen. Schoner in ieder geval. Drie jaar geleden stonden we ergens in een berm tot onze knieen in het zwerfvuil.
En dat “snel” moet je ook met een korreltje zout nemen, want in de bergen gaat het nu eenmaal niet zo snel allemaal, zeker niet met ons oude campertje.
Ga je via de binnenwegen door allerlei dorpjes, via de snelweg rijdt je soms uren door berggebieden, zonder ook maar een huis tegen te komen. Heerlijk vind ik dat. Ik ben dol op bergen, rotsen, ruige natuur. Liefst zou ik nog eens terug gaan en dan lopend, fietsend of te paard, zodat ik langer kan genieten en beter kan fotograferen. Parkeerplaatsen liggen namelijk meestal niet op die hele hele mooie plekjes. Kamperen is ook vrijwel onmogelijk in het binnenland van Zuid-Italie en Sicilie. De schaarse campings liggen aan zee, langs de snelweg vrij kamperen is niet bepaald veilig en langs binnenwegen is, behalve in de dorpen, ook geen plaats om stil te staan.
Na de oversteek naar Sicilie (vanaf San Giovanni is dit maar 20 minuten) zijn we doorgereden in de richting van de Etna. Van onze reis drie jaar geleden wisten we daar een camping te vinden, aan de voet van de berg. Het plan was daar te overnachten en dan de volgende ochtend verder omhoog te rijden. Maar we misten een afslag en voor we het wisten reden we door de lava velden naar de top.
Drie jaar geleden was de Etna net uitgebarsten, toen voelde je gewoon nog de hitte, maar deze keer was het niet minder indrukwekkend.
Moeder Aarde in haar meest krachtige, oorspronkelijke vorm. Die enorme berg, de nietige dorpjes beneden. Het is ontzettend toeristisch op de top, maar dat merk je eigenlijk niet (ik niet in ieder geval). De kraters, de lava, de stenen, de enormiteit van dat alles…
Een week later zijn we er weer heen gegaan en toen hebben we op de berg (zo hoog als je met de auto kunt komen) overnacht. Nog gaver, nog fantastischer, nog moeilijker onder woorden te brengen. Vanaf bijna twee kilometer hoogte voel je een soort oerverbintenis met de natuur, met de Aarde. De zon zien ondergaan, de (volle) maan zien opkomen en de volgende ochtend spontaan wakker worden als de zon weer opkomt…
Ik heb foto’s, maar ik ben bang dat die niet kunnen overbrengen hoe gaaf het is om daar te staan. Ik zou zo weer terug willen.
We hoopten overigens dat ze weer uit zou barsten terwijl wij in de buurt waren. Dat kan weinig kwaad, de Etna wordt heel langzaam wakker, dus je hebt tijd genoeg om op veilige afstand te komen. Helaas gebeurde dat niet. Maar dit was zeker niet de laatste keer dat we er waren.
Heel Sicilie is trouwens vol van dit soort oernatuur. De bergen in het binnenland zijn ruig en de Cave Grande mag dan niet zo groot zijn als de Grand Canyon, het is wel een enorm grote kloof, uitgesleten door een rivier die hier eeuwen en eeuwen doorheen gestroomd is. Ook daar wil ik nog eens heen, met goede schoenen en een betere conditie, zodat we de klim naar beneden en weer naar boven kunnen maken.
We hebben gekampeerd bij San Vito Lo Capo, een plek die ons aangeraden werd door een bewoner van Palermo (dat verhaal houden jullie ook nog te goed). De camping was niet onze smaak, te veel strandgangers, maar de rotspartijen… echt ontzettend gaaf.
Verder richting Messina hebben we twee dagen op een veel rustiger strandcamping gekampeerd. De middelbare zee op tien meter lopen en dan zonder ronddrijvende zonnebrand olie, alleen maar kiezels en keien en zout water. En een kwal, maar goed, die hoort daar ook.
Achter die camping was ook nog een fantastisch natuurgebied, de Nebrodi.
Maar helaas… geen tijd. Hoewel echtgenoots baas had gezegd dat we best vier weken weg mochten blijven in plaats van drie, ontstond er crisis. Zo groot zelfs dat er eerst sprake van was dat echtgenoot per vliegtuig terug moest en ons zou achterlaten. Later werd dat teruggedraaid, maar moesten we wel per se op tijd thuis zijn.
Omdat we nog enkele duizenden kilometers van huis waren, zijn we toen maar noordelijker getrokken, met de reeds beschreven nacht op de Etna als fantastische afsluiting.
La Bella Italia (2)
Categorie: Persoonlijk