Het meisje was eigenlijk heel gewoon. Lief gezichtje, rossig blond paardenstaartje, geen tatoeages of piercings, simpele kleding. Maar wel zwarte lippenstift. Alsof ze graag anders wilde zijn, maar dan wel zonder dat ze teveel aandacht trok.
Ze ging aan een tafeltje zitten, bestelde iets te drinken en sloeg de menukaart open. Stond op, keek om zich heen, ging aan het tafeltje ernaast zitten. Stond weer op en verhuisde met drankje, kaart en tas naar een tafeltje aan de andere kant van het terras. Toen de ober kwam vragen wat ze wilde eten, verhuisde ze -met zijn hulp- weer terug naar het eerste tafeltje.
Ze confereerde omstandig met de ober over haar bestelling. Wat uiteindelijk arriveerde was een pizza, waarschijnlijk met iets er niet op wat er eigenlijk wel op hoorde. Of andersom. En met een bakje ketchup ernaast.
Ondertussen had ze het druk met haar telefoon. Berichtjes typen, bellen. De pizza met ketchup smaakte blijkbaar best, maar wel naast die telefoon. Nog een gesprek en weer berichtjes. En toen, ineens, begon ze te huilen. Haar lip bibberde en ze veegde nijdig een paar tranen weg. Ik wendde mijn blik af, maar vroeg me af of ik moest gaan vragen of het wel goed ging. Ik weet en begrijp dat ongevraagde vriendelijkheid van wildvreemden lang niet altijd gewaardeerd wordt, maar mijn moederinstinct deed heftige pogingen mijn verstand uit te schakelen.
‘Ze lijkt zo op jongste dochter,’ zei ik tegen echtgenoot. Ik voelde ineens die 8000 kilometer afstand heel erg.
‘Ja, maar ze is het niet,’ was zijn antwoord. Hij kon haar niet zien, dus zijn vaderinstinct hield zich kalm.
Ik at mijn hamburger en probeerde het meisje te negeren, maar dat lukte niet erg. Het leek even alsof ze zichzelf weer onder controle had, maar toen begon ze weer te huilen. Ze wapperde met haar hand, alsof ze zo de tranen tegen kon houden. Daarna riep ze de ober, rekende af en verliet het terras. Wat voor mij wel prettig was, want mijn moederinstinct was nu toch echt aan de winnende hand.
Toen we terugliepen naar de auto zagen we haar op een bankje zitten. Weer met die telefoon. Geen tranen meer. Zelfs een klein lachje. Gelukkig maar.
De volgende ochtend heb ik jongste dochter gebeld. Met haar ging alles goed.
(foto van pexels.com)
Dank je 😉
Wat een lieve blogpost 🙂