Ik zou mezelf nooit omschrijven als het type dat dol is op klussen en verbouwen.
Maar toch – dat drong pas geleden ineens tot me door – zijn we in dit huis al ruim tien jaar min of meer onafgebroken bezig. Toegegeven, ons tempo ligt erg laag, door werkdruk en gezondheidsproblemen, maar tien jaar is best lang. Maar daar heb ik geen problemen mee.
Dat is dan wel weer bijzonder, zeker als je bedenkt dat ik mezelf dus wél zou omschrijven als het type dat haar huis graag perfect in orde wil hebben. Ik kan erg genieten van woon- en organisatie blogs en keek vroeger alle woonprogramma’s op televisie.
En toch kan het me oprecht niet schelen dat ik al zo lang leef in een “work in progress”.
Er ontbreekt bij ons bijvoorbeeld altijd wel ergens een plafond en er ligt altijd wel een kamer overhoop omdat we bezig zijn muren te verwijderen, muren te plaatsen of een badkamer te creëren waar eerst een slaapkamer was die dan dan weer gebouwd is in een ruimte die ooit de garage was.
Nee, ik vind dat niet erg. Sterker nog, het begint langzaam tot me door te dringen dat ik het zelfs leuk vind. Als echtgenoot niet net zo gek was als ik en me altijd nét even voor is met een idee, dan zou een deel van de rommel toch echt mijn schuld zijn. We passen blijkbaar goed bij elkaar.
Terwijl ik dit schrijf, trillen de kopjes bijna de kast uit. Dat komt niet door echtgenoot, die zit (helaas op een zaterdag) braaf achter zijn computer te werken. Nee, dat komt doordat de buurman de vloer in de voorkamer aan het vervangen is. Niet de vloerbedekking, maar de complete vloer, inclusief balken en fundering. Want de buren zijn net als wij. Ook altijd wel ergens in huis aan het klussen. En ik denk dat de buurvrouw net is als ik, want ik weet dat zij ook van mooie dingen houdt, maar wij kijken er gewoon omheen. Genieten van de ruimtes die wel af zijn, van dat leuke kastje, die gezellige kaarsjes. Sterker nog: ik zie het niet eens meer bewust.
Ruim een jaar geleden stond er een felle oostenwind en die waaide recht onze slaapkamer binnen. Daar viel niet tegenop te stoken. Dus besloot echtgenoot spontaan een deel van de betimmering van de dakkapel te slopen en er betere isolatie tegenaan te nieten. Aangezien we toen allebei nog krom liepen van de Chikungunya had ik er op dat moment toch iets meer moeite mee dan ik normaal zou hebben. Dus verzuchtte ik tragisch (ik kan erg goed overdrijven op zo’n moment): “Maar we zijn zo ziek en onze slaapkamer is de enige plek in huis waar echt niets aan hoeft te gebeuren en nu ga je daar ook nog dingen overhoop halen…”
Echtgenoot zei niets. Hij trok alleen cynisch zijn wenkbrauwen op en wees me zwijgend op de onafgewerkte strook midden in de dakbetimmering waar ééns een muur had gezeten (maar die hadden we er twee jaar eerder al uitgeslagen), de vloer die gedeeltelijk nog bedekt is met de vloerbedekking die erin zat toen we het kochten (en geloof me, negen jaar is lang voor goedkope lichtgele vloerbedekking in kamers waar eerst kinderen met stiften, verf en klei rommelden en daarna volwassenen muren uitsloegen – ik wil niet eens uitleggen hoe dat tapijt eraan toe is) en gedeeltelijk met gehavend (want zie boven) goedkoop laminaat.
En dan liet hij de in twee kleuren geverfde muren, het gescheurde behang en het verfwerk dat na negen jaar wel aan een nieuw laagje toe was nog buiten beschouwing.
Toen zijn we dus samen in lachen uitgebarsten en daarna ben ik hem maar gaan helpen met breken.
Vroeger riep ik wel eens: “Ooit, ooit, wil ik een huis dat áf is!” Want ook ons allereerste huisje was in constante staat van verbouwing. Maar nu weet ik dat het ‘m daar niet in zit. Voor we dit oude huisje kochten hadden we een modern jaren ’80 huis dat inderdaad gewoon af was. Er hoefde eigenlijk niets te gebeuren. Alles was wit en strak en in orde. Maar ik voelde me er niet thuis.
Ik was zo blij toen we dit huis vonden en besloten ervoor te gaan, ondanks alle gebreken (ook wij hebben de complete vloer in de voorkamer moeten vervangen, twee keer zelfs).
Dit huis is waar ik thuis ben. Laat mij maar lekker om die verbouwingen heen proberen de boel een beetje netjes te krijgen. Blijkbaar ben ik toch het type mens dat dat leuk vindt…
Gisteren af… ja, dat zou ook wel ideaal zijn. Maar je leert er toch echt mee leven 😉
En thuis is een huis waarin je je goed voelt. Voor mij is ook de 'flow' belangrijk en gelukkig zit die in ons huis prima. Een constante verbouwing kan ik niet aan, zeker weten. Als wij aan iets beginnen moet het gisteren af zijn. 😀 Succes nog!
Ik begrijp wel wat je bedoelt met die flow, maar dat maakt mij niet zoveel uit. Ik verplaats regelmatig meubels voor het avontuurlijke gevoel van een "nieuwe kamer". Bovendien is hier sowieso geen logische route door het huis, alles ligt achter elkaar, met één buitendeur midden in de zijkant van het pand.
Gelukkig maar dat je niet hier woont 😉
Het ene huis kan zeker meer thuis voelen dan het andere. Voor mij moet de 'flow' in huis goed zijn. Je moet logisch door het huis kunnen lopen en dan alle essentials op een logisch plek vinden. Daarin was mijn/ons vorige huis beter in, moet ik zeggen. Daar stonden alle meubel op de enig juiste manier. In ons huidige huis hebben we veel vaker de meubels verplaatst en nog steeds denk ik dat het niet optimaal is.
In een constante staat van verbouwing zou ik niet kunnen. In zo'n staat was ons huis – ongewenst – 5 maanden lang en dat heeft mij járen van mijn leven gekost.