Dat het een anders-dan-anders vakantie zou worden, wisten we al. Want we begonnen met een week en toen werden het er toch twee. En we kochten pas een week voor we weggingen een aanhanger, zodat we kampeerspullen mee konden nemen.
Toen we vertrokken wisten dan ook alleen maar dat we op maandag op Cantecor wilden zijn. Dat is een chambres d’hotes in Zuid-Frankrijk, waar we een midweek geboekt hadden. We vertrokken echter al op zaterdag. We zaten meteen in de vakantiesfeer, ondanks het winderige weer. Het waaide zo hard dat ons eten (fastfood langs de snelweg) wegwaaide. Dat was lastig, want met je ene hand op je bijna lege beker cola en je andere hand op je zakje patat, kom je toch echt een hand te kort om je hamburger te eten. Direct bij de eerste stop merkten we al dat we ons VW-busje toch misten. En we zagen ook dat startproblemen blijkbaar bij die dingen horen, Want er stond een schattig T-2’tje (dat zijn de zgn hippie-busjes uit de jaren ’70) dat niet wou starten. Uiteindelijk heeft echtgenoot helpen duwen. Helaas pakte ik mijn camera net te laat, want het was een grappig gezicht. Bij de volgende stop parkeerden we naast een heel andere camper. Een omgebouwde touringcar. We maakten een praatje met de eigenaresse, die vertelde dat ze er een groot gedeelte van het jaar inwoonde, omdat haar man meedeed met crossraces. Leuk ding, maar veel te groot voor ons. Daar kun je geen bergweggetjes meerijden.
We overnachtten op een camping bij Oudenaarde. Veel slaap kregen we echter niet. We lagen vroeg in bed, maar om elf uur begon er keiharde housemuziek. Nu zijn we wel wat gewend met dat soort herrie, we namen dus berustend aan dat het met een uurtje wel over zou zijn. Helaas niet. Het stopte om vier uur! De volgende ochtend waren we dus helemaal op. En we hadden juist een reisdag gepland, wilden flink wat kilometers maken. Gelukkig kwamen we met veel koffie weer een beetje bij en bereikten we tegen achten Chateauroux, waar we een hotel namen. Ten eerste omdat we doodop waren, ten tweede omdat de pomp voor de luchtbedden die eerste avond kapot was gegaan en we nog geen nieuwe gekocht hadden.
Die snelweghotels zijn een goede uitvinding. Niet erg duur en heel schoon. Driepersoonskamers, wat voor ons (met drie dochters en twee volwassenen) vrij voordelig uitpakt en een eigen douche en toilet. Dat is de iets duurdere variant, maar ik vind het prettiger als de dochters niet ‘s nachts over de gang hoeven. Toen we nog even buiten zaten, raakten we aan de praat met mensen uit de buurt van Arnhem. Grappig, we komen nu blijkbaar op een leeftijd dat je gemakkelijk praatjes maakt met wildvreemden. Vroeger niet, toen waren we te jong, denk ik. Het echtpaar had een zoon die cameraman was. We vroegen nog of hij de Tour de France ging doen, want toevallig zou er een cameraploeg op Cantecor logeren als de Tour bij Cahors was, maar zo klein was de wereld nou weer net niet. Wel ging hij naar de Nijmeegse Vierdaagse.
Op maandag hoefden we niet ver meer te rijden en we deden het rustig aan, met regelmatige stops. Tegen drieen kwamen we op Cantecor aan, waar we door Lidy en René werden verwelkoomt met een drankje. Ik vind het daar heerlijk, alsof je gaat logeren bij familie of vrienden, in plaats van in een hotel verblijft. Nu is René wel een kennis/collega van echtgenoot, maar het is ook gewoon de sfeer die daar hangt. Alle gasten stellen zich voor aan nieuwkomers en er wordt heel wat gepraat aan de enorme tafel op het terras, meestal met een glas rosé in de hand. Alles heel informeel en gezellig.
Onderweg
Categorie: Persoonlijk