Als je kinderen eenmaal op de middelbare school zitten, merk je dat het grote loslaten al aan het beginnen is. Bij de oudste twee kom ik één keer per jaar binnen die muren waar zij dagelijks uren doorbrengen, bij jongste drie keer per jaar. Voorlichtingsavonden en rapport ophalen (dat laatste dus niet op het VWO, maar wel op het VMBO – van mij mag het op beide scholen, ik vind het wel prettig om direct even de mentor te spreken).
Ik verwacht dat ik straks helemaal geen idee meer heb van hoe hun dagelijkse leven eruit ziet. Want hoe vaak bezoek je als ouder de universiteit of hogeschool waar je kinderen studeren?
Maar dat maak je gelukkig goed in het jaar ervoor. Deze maand is open-dagen-maand. En we bezoeken er heel wat. Wisten beide dames vorig jaar nog heel zeker wat ze wilden, dit jaar hebben we er één, die totaal een totaal blanco toekomstbeeld heeft.
Nou ja, niet helemaal. Ze weet in ieder geval voor honderd procent zeker dat ze niet wil wat ze vorig jaar wilde.
Vorig jaar ging ik met dit kind naar Delft. De TU, afdeling lucht- en ruimtevaarttechniek. Ik schepte er graag over op, overigens. Het is heel wat, een dochter te hebben die een dergelijke zware studie gaat doen. Maar na een open dag, een online proefstudie, een dagje meelopen en een project dat door de TU werd georganiseerd was ze het zat.
Huilend kwam na een maand bokken het hoge woord eruit: “Ik wil helemaal geen ingenieur worden!”
Tja. Toen moest er dus opnieuw georiënteerd worden. Ideeën kwamen en gingen, er werden interessetesten gedaan en nagedacht over onhaalbare doelen.
En we maakten een grapje, dat nu de meest serieuze mogelijkheid geworden is. Deze dochter vind het namelijk nogal leuk om mensen op hun fouten te wijzen. Taalfouten, stijlfouten, spelfouten, ze vind ze allemaal en dat zegt ze ook. Geërgerd riep ik: “Jij zou schooljuf moeten worden!”
En dat bleek ze eigenlijk wel leuk te vinden.
Dus gaan we naar een aantal PABO’s in de omgeving. En naar twee universiteiten waar je deze HBO studie met een master onderwijskunde kunt combineren. En als we dan toch bezig zijn, gaan we ook nog naar fysiotherapie en logopedie. Om niet helemaal los te komen van het beta gevoel bekijken we sterrenkunde en wiskunde. Maar ook nederlands, want daarmee kun je tegenwoordig ook heel wat kanten op. U begrijpt… de hele maand zijn we iedere zaterdag en twee vrijdagen onderweg. Van school naar school, van stad naar stad. En overal krijg je proeflessen en voorlichtingsuurtjes.
Het is dus eigenlijk niet zo gek dat mijn hoofd deze week erg vol zit met dingen waar ik niets aan heb.
Afgelopen zaterdag bijvoorbeeld kregen we een zeer boeiend verhaal over wat er allemaal mis kan gaan bij de opvoeding (pedagogie), een zeer saaie voorlichting over op welke manieren bedrijven met elkaar contact kunnen hebben (bedrijfscommunicatie) en een heel overtuigend verhaal over het bestuderen van onze moedertaal (Nederlands).
Ik heb vroeger zelf maar één open dag bezocht. Ik weet het nog precies, HBO-V op de Vijverberg in Ede. Ik wist het al toen ik het eerste klaslokaal bekeek: dit is niets voor mij. Ik was er dan ook eigenlijk omdat ik met een vriendin mee ging, niet omdat ik het zelf wilde doen.
Waarom ik verder nergens geweest ben, weet ik niet. Hadden we geen open dagen of interesseerde het me niet?
Nou ja, in ieder geval haal ik nu de schade ruimschoots in.
Oh ja, die andere dochter die dit jaar examen doet, weet die het wel, vraagt u?
Die weet het nog steeds heel zeker. Heeft zich zelfs al ingeschreven. Maar krijgt het wel spaans benauwd als ik vraag of ze zichzelf in de toekomst als archeoloog ziet. Eigenlijk niet. Dus.
Tja… in februari en maart zijn er weer nieuwe open dagen….
Open
Categorie: Persoonlijk