Ik schreef ooit al eens dat je van mijn leven zo een comedy-serie kunt maken.
De afgelopen dagen bleek dat weer eens. Een aaneenschakeling van gebeurtenisjes, waar je zo een half uur ingeblikt gelach achter kunt zetten.
Zo hadden wij zaterdagmiddag een feest. Van mijn ouders. Dus vond ik het belangrijk daar op tijd te zijn. Want wij zijn vaak laat. Wij zijn soms behoorlijk onbetrouwbaar en vooral op zaterdag. Maar deze zaterdag niet. We vertrokken om kwart over een. Zo konden we gemakkelijk om half drie op de plaats van bestemming zijn. Dachten we.
Op het bord stond: van Brienenoordbrug 2 km file, Beneluxtunnel filevrij. Wij kozen dus de Beneluxtunnel. Ja. Logisch toch? Ook kozen wij de rechterbuis van de Beneluxtunnel. Tja. Zomaar. Men rijdt tenslotte rechts, dus men komt vaak in de rechterbuis terecht.
Maar de rechterbuis zat verstopt. Erg verstopt. We zijn in totaal ruim drie kwartier langzaam rijdend en stilstaand verkeer geweest en kwamen dus laat aan. Te laat. Niet erg, maar ook niet leuk.
Vervolgens vroeg mijn vader mij foto’s te maken. Broer was al in de weer met de digitale camera en of ik dan met de spiegelreflex even een beetje professioneel wilde doen. Camera was al klaar voor gebruik. Er zat al een filmpje in en er was nog een reservefilm.
Natuurlijk stemde ik graag toe en ik maakte een paar fantastische opnames, al zeg ik het zelf. Mijn vader in gesprek met een zwager en een vriend, drie van die statige grijzende mannen helemaal opgaand in de discussie. Het buffet kunstig gearrangeerd en prachtig gebruik gemaakt van de spiegel aan de muur. Diezelfde spiegel met mijn oma ervoor, een juweeltje van een portret. Spontane foto’s van de diverse kleinkinderen. Echt prachtig.
Ik schoot 24 foto’s. Ik schoot 27 foto’s. En begon me toen af te vragen wat voor rolletje er in zat. Ging dat aan mijn vader vragen. Die ineens besefte dat er op zijn toestel een symbooltje hoort te staan als er een filmpje inzit.
Mijn broer schoot een kiekje van de camera-zonder-film en ik begon maar weer overnieuw met de reservefilm in het toestel. Maar meesterwerken zaten er toen niet meer in.
Verder hebben wij nogal last van stroomstoringen de laatste tijd (oh ja, tussentijds opslaan moet ik, anders ben ik straks dit verhaal ook kwijt). Zo zat ik gisteren te zwoegen op een sollicitatie briefje (ja, dit soort verhalen rammel ik achter elkaar, maar officiele brieven zijn andere koek) toen ineens het licht uitging. Figuurlijk was het al uit, maar toen ging het ook letterlijk uit. En de computer dus ook. Weg brief, weg C.V.
Het buurtgevoel komt het wel ten goede, want er moet altijd even buiten gevraagd worden wie er ook geen stroom heeft en zo. Heel knus en gemeenschapperig. Het hele blok had er last van. Behalve een buurman. die had maar een halve stroomstoring. Niet in de keuken, wel in de kamer. Dat is technisch heel goed uit te leggen, maar ik vond het heel speciaal. Wij hadden echter gewoon een hele stroomstoring.
Om half elf scheen er een zaklamp door het raam. Een monteur kwam ingewikkelde dingen in de meterkast doen en toen hadden we wel weer stroom. Dat kwam van die helft die bij de buurman verderop niet gestoord was. Zei hij. In technische termen dan.
Anyway. Vanochtend niets aan de hand. Ochtendspits. Ontbijt klaarmaken. Broek van dochter repareren. Kinderen naar school. Erachter komen dat jezelf nog in ochtendjas loopt en net op tijd aangekleed en op het werk zijn.
Gewerkt. U kent dat wel, met papiertjes rommelen, op de telmachine ratelen en hard zuchten (het was tenslotte maandag). Het was koud op kantoor, want donderdag en vrijdag was het warm.
Snapt u? Nee? Heel simpel: wij hebben geen thermosstaat. Dus als de zon door de ramen staat te stoken, draaien wij de kachels laag. En gaan wij vervolgens naar huis op vrijdagavond zonder te bedenken dat het weekend wel eens kouder zou kunnen zijn. Dan koelt het dus behoorlijk af. Het was zo’n zestien graden om half negen en tegen twaalven was het nog maar krap negentien.
Kom ik niets vermoedend om even over twaalf naar huis, is mijn stoep weg. Voor het tuinhek was alleen nog maar een gat met drie mannen erin.
Dat is best gezellig natuurlijk, van die mannen bij je huis, maar ze waren druk doende met het doorknippen en verbuigen van allerlei draadjes en hadden geen oog voor de vrouw des huizes.
Met wat moeite kon ik over het tuinhekje klimmen en toch nog bij de voordeur komen. Dat scheelde. Ik had geen kort rokje aan. Dat scheelde ook.
Een vierde man liep meteen maar mee naar binnen, want de ingewikkelde dingen in de meterkast moesten weer ongedaan gemaakt worden. Niet dat ik toen stroom had, dat kon nog wel een tijdje duren.
Het was dus in huis nog kouder dan op kantoor. Wat wel weer prettig was toen ik daar terug was. Voelde het ineens zo lekker warm achter mijn bureau.
Vanmiddag was het gat dicht, de mannen eruit (dat mag ik hopen tenminste) en het huis weer lekker warm. En nu maar hopen dat al die draadjes nu wel goed vast zitten, anders liggen er zo weer drie kerels in een gat voor mijn deur!
Over files, filmpjes en stroomstoringen
Categorie: Persoonlijk