De dochters zijn alledrie nog steeds heftig aan het puberen. Dat is niet vreemd, dat hoort bij de leeftijd. Het is dan wel weer een beetje speciaal om er drie tegeijk in de fase te hebben. Dat krijg je als ze zo weinig in leeftijd schelen.
De tweeling is iets verder dan jongste. Die zijn op dit moment vooral nogal warrig en vergeetachtig. Vaag noemen ze dat zelf. Maar dan vooral als excuus.
In alle voorkomende gevallen van vergeetachtigheid, brieven van school die op het nippertje overhandigd worden, bij de televisie blijven plakken terwijl ze toch echt hadden gezegd veel huiswerk te hebben, boeken kwijt zijn die gewoon onder de salontafel liggen, vier keer gevraagd worden het schone wasgoed mee naar haar kamer te nemen, iets te drinken pakken en het vervolgens in de keuken laten staan, zodat je een uur later ineens een onverklaarbare dorst hebt, ik noem maar wat dingen, dan zeggen ze: “Oh, vaag.”
Zaterdag was het wel heel bar. Een dochter moest een treinkaartje kopen en haar pinpas deed het niet. Paniek. Tot ik, via echtgenoot die haar aan de telefoon had, vroeg; “Je hebt toch ook contant geld bij je?”
Antwoord: “Oh ja.” Uitleg na thuiskomst: “Ja, ik was een beetje vaag.”
Tja.
Gesprekken zijn ook lastig, vooral tussen de oudsten. Ik zit er vaak als een soort tolk tussen.
Dan zegt de één bijvoorbeeld: “Morgen heb ik het derde.”
En de ander reageert dan met: “Niet waar. Je hebt de eerste twee.”
Dan moet ik dus gaan vertellen dat de één bedoeld dat ze het derde uur les heeft, terwijl de ander feitelijk hetzelfde zegt, want die bedoelt dat ze de eerste twee uur vrij heeft. Volledige zinnen zijn soms best handig.
Jongste is altijd warrig en vergeetachtig geweest. Dus dat valt bij haar niet zo op. Wat wel opvalt is dat ze nu in de discussiefase zit. Dat is ook erg vermoeiend. En het lokt nogal eens ruzie uit.
Zitten ze ‘s ochtends te ontbijten. De klok slaat zeven en één van de dochters schiet dan standaard in de stress. Zo laat al?
Waarop jongste haar, heel lief, gerust probeert te stellen. “Het is pas zeven uur, we moeten om half acht pas weg. Dat is toch tijd genoeg?”
Niet voor de stressende dochter. Die heeft een bepaald schema in haar hoofd en daar mag geen minuut van afgeweken worden. Als die klok slaat voor ze haar eerste boterham op heeft, is het te laat.
Dat zegt ze dan ook, ongeduldig. En dan gaat jongste in discussie. Eerlijk gezegd ben ik het wel een beetje met haar eens. Want een minuutje maakt niets uit, ze heeft altijd nog tijd om een paar bladzijden te lezen voor ze weg moet, ze is ook altijd ruim op tijd op school, dus kan ze best een minuutje missen, enzovoorts. Dat weet de stressende dochter ook best. Maar dat wil ze niet van haar jongste zusje horen en zeker niet om zeven uur ‘s ochtends, als ze toch al achter loopt op schema.
Als ik op dat punt niet ingrijp, komt er standaard ruzie. Want jongste kan niet stopppen met redeneren.
Dat gaat dan zo van: “Nou ja, het is toch zo, waarom wordt je daar nou boos om. Jij wordt ook altijd boos op mij. En ik zeg alleen maar… (herhaling van alle argumenten).“
En stressende dochter gaat daar dan tegenin, want die is de discussiefase ook nog niet helemaal ontgroeid. Meestal begint dat met: “Miiiihiiip….” Dat strijkt dan direct bij jongste tegen alle haren in. Want die wil, begrijpelijk, alleen bij haar koosnaampje (Mippie, mijn schuld) genoemd worden in positieve gesprekken.
Waar de derde dochter (die van dat treinkaartje) bij dit soort discussies is? Die gaat gewoon haar eigen gang. Eet, maakt lunch klaar, gaat tandenpoetsen, zonder commentaar. Ze mag dan de vaagste van de drie zijn, op dat gebied is ze dan wel weer behoorlijk helder!
Pubergedoe
Categorie: Persoonlijk