Nu we de verjaardagen van de oudste dochters met succes gevierd hebben, is het weer tijd om naar mijn eigen verjaardag uit te kijken.
De verjaardag van de dochters was fijn, trouwens. Heerlijk weer, dus we hebben de hele dag buiten gezeten. De dochters met vriendinnen op het dakterras en wij op een geïmproviseerd terras bij de deur (om dat goed uit te leggen moet ik een plattegrond van het huis tekenen. In het kort: onze enige deur zit aan de zijkant van het huis, we hebben containers en fietsen verplaatst om een terras op de oprit te maken). De twee neefjes waarvan ik bang was dat ze elkaar gezellig stoeiend van het dak zouden duwen (en waarvoor ik dus het hele dakterras verboden toegang had moeten verklaren) kwamen niet, dus dat kwam eigenlijk wel goed uit. De bijbehorende tante kwam onder schooltijd, dus de dochters waren toch tevreden.
Maar goed, nu mijn eigen verjaardag. Eigenlijk kijk ik daar helemaal niet naar uit. Ik vind het maar niets, dat ouder worden. Nou ja, dat gaat natuurlijk vanzelf, daar merk je eigenlijk niet veel van. Maar dat je er ieder jaar zo bij stil moet staan en dan alweer een jaartje toe moet voegen aan je leeftijd. Verschrikkelijk vind ik dat.
De dochters niet. Die vinden het geweldig. Zeventien. Dat klinkt ook wel goed. Bijna volwassen. Met de voordelen van nog net kind zijn. Zoiets.
Ik heb nooit echt moeite gehad met mijn leeftijd tot ik de dertig bereikte. Verschrikkelijk vond ik dat. Ik heb er zo over gezeurd dat ik van mijn zusje een speciaal pakket cadeau kreeg. Allemaal kleine pakjes met briefjes erop. Een spiegel “om je rimpels in de gaten te houden”, pillen tegen vergeetachtigheid, een kam “voor de grijze haren” en anti-rimpelcreme. Heel grappig, dat wel.
Maar sinds mijn dertigste heb ik er toch serieus moeite mee. Vooral met die rimpels. Grijze haren kun je verven, dat is gemakkelijker. Maar die lijntjes rond mijn ogen…
Ik krijg nog steeds te horen dat mensen me jonger schatten, maar als ik in de spiegel kijk krijg ik toch het vermoeden dat die mensen een tikje bijziend zijn. Want die kraaienpootjes zijn echt wel zichtbaar. Ik probeer er wel rustig onder te blijven, hoor. Dan zeg ik, net als Maria Oomkens: “Kijk, het zakt” en probeer dat maar gewoon te accepteren. Maar leuk is het niet. Er zakt trouwens nog wel meer dan die huid rond mijn ogen en daar baal ik helemaal van. Maar dat zien die mensen van “ik zou je veel jonger schatten” natuurlijk sowieso niet.
Op de foto boven mijn website zijn de rimpeltjes trouwens ook goed te zien. Dat komt omdat ik echtgenoot foto’s van mij laat maken. En die wacht met afdrukken tot ik echt lach. Niet alleen mondhoeken omhoog, maar voluit. Dat vind hij mooi. Ik niet, maar hij is onvermurwbaar. Lachende foto’s of geen foto’s. Er hangt of ligt bij mijn ouders ergens een fotolijst met foto’s van jaren terug. Geen idee hoe lang, maar ik was zeker nog geen dertig. Toch zijn daar ook rimpeltjes zichtbaar. Want als ik lach, knijp ik niet alleen mijn ogen iets dicht, en gaat mijn mond zo wijd open dat er van alles omvouwt. Nee, ik trek ook nog eens mijn neus op. Waardoor ik dan aan elke kant een rij rimpeltjes krijg. Vreselijk.
Echtgenoot zegt dat ik trots moet zijn op mijn lachrimpels. Dat kleine vouwtje tussen mijn wenkbrauwen, gevolg van hoofdpijn en dat streepje naast mijn mond, gevolg van een cynisch gezicht trekken, vind hij veel lelijker, maar die zijn gelukkig (nog) bijna niet zichtbaar.
Hij zal wel gelijk hebben. En het is ook onvermijdelijk. Maar ieder jaar als ik jarig ben, zie ik ze extra goed en dat vind ik niet leuk. Weer een jaar erbij en de rimpels om het te bewijzen, denk ik dan.
Toch dit jaar maar eens op een andere manier in de spiegel kijken. Controleren of de lachrimpeltjes nog in de meerderheid zijn. En anders daar maar eens serieus aan gaan werken!
Kan dat? Serieus meer lachen? Nou ja, jullie begrijpen wel wat ik bedoel…
Rimpelig
Categorie: Persoonlijk