Niets zo goed voor mijn stukjesschrijfinspiratie als een officiële blogpauze. Ineens zat ik gisteren een stukje te schrijven over mijn stoel. Misschien kwam het juist wel door die blogpauze, want ik schreef dit gewoon, zomaar, omdat ik er zin in had. Zonder na te denken over alles wat er tegenwoordig bij komt kijken als ik over bloggen nadenk. Het was gewoon een schrijfsel, zoals ik ze vroeger vaak schreef. Het gaat nergens over, maar is wel leuk om te doen en misschien ook wel leuk om te lezen. Dus ik dacht: die zet ik op mijn blog.
Maar toen kwamen de twijfels. Is mijn pauze al voorbij dan? En ga ik in het vervolg dit soort stukjes schrijven? Kan ik dat wel weer elke week? En moet er geen foto bij? Trouwens, zo’n geweldig leuk stukje is het nu ook weer niet. Een column kan ik het niet noemen. En een blogpost is het ook niet. Daarvoor is het weer te erg “een stukje”. Niet plaatsen dan maar? Ook weer jammer. Nieuw blog beginnen voor schrijfsels? Maar meer dan de helft van mijn oude blog bestaat uit schrijfsels, dus dat slaat ook nergens op. En…
Weet je wat? Ik stop gewoon met piekeren en denken en zeuren. Dat lijkt me voor alle partijen en vooral voor mezelf een stuk prettiger. Ik plaats gewoon waar ik zin in heb als ik daar zin in heb en we zien wel hoe dat verder gaat…
Ik zakte níét als eerste door mijn stoel en dat was fijn. Mijn magere echtgenoot ging me voor, dus het lag niet aan mijn overgewicht. Het is blijkbaar gewoon een feit dat de bekende witte plastic opvouwbare tuinstoelen met verstelbare rugleuning (een hele mond vol, maar als het goed is weet u nu wel wat voor stoelen ik bedoel) maar zeven weken intensief gebruik kunnen doorstaan.
We hebben het in dit geval wel over héél intensief gebruik. Want we hebben hier nu eenmaal geen bank, geen kantoorstoelen en geen… oh ja, wel een eettafel. Maar die staat in de keuken en daar is het nooit koeler dan negenentwintig graden. Niet de meest ideale plek om te eten of te werken. En ook een beetje zonde als je buiten een prachtig overdekt terras hebt.
Daar stonden geen comfortabele stoelen, dus die kochten we zelf. Ze zaten heerlijk. Van het eerste kopje koffie ‘s ochtends tot het laatste glaasje rosé in de avond en tijdens alle maaltijden en werkzaamheden daar tussenin.
Ik deed de btw-aangiftes en ik werkte aan mijn negende boek. Ik schreef een kort verhaal voor een verhalenwedstrijd* en ik begon aan drie nieuwe projecten. Alles op die simpele witte tuinstoel.
Het zou mooi zijn geweest als die stoelen het gewoon hadden volgehouden tot we terug gingen naar Nederland. Daar gingen we eigenlijk zelfs gewoon vanuit. Maar helaas, ze zijn kapot. Allebei.
Echtgenoot zakte er wel een beetje anders doorheen dan ik. Bij hem brak er iets kleins. Met een halve rol duct tape plakte hij de boel weer bij elkaar en dat leek het nog te houden ook. Tot er weer iets kleins brak, we de stoel afschreven en hij noodgedwongen een minder comfortabele stoel ging gebruiken. Heel beschaafd allemaal.
Nee, dan ik. We waren aan het barbecueën en ik had net de laatste hap van mijn hamburger genomen. Ik leunde tevreden achterover in mijn fijne stoel die lekker nog heel was, toen het ding met een enorme klap in één keer compleet doormidden brak en ik op de grond belandde. Gelukkig niet heel pijnlijk, maar wel spectaculair. En een beetje een afgang, want we hadden een gast. Toch fijn dat we die al hadden uitgelegd waarom er nog maar één goede stoel was…
*maar daar ga ik helemaal niets over zeggen, want ik win dat soort dingen nooit en dan kan er maar beter niemand weten dat ik heb meegedaan
Haha, nee. Ik doe niet anders dan twijfelen, maar op de een of andere manier kan ik er nooit helemaal los van komen…
Ik ben duidelijk niet de enige met twijfels als het over schrijven en bloggen gaat. 😉
What's in a name. En het is jouw blog, dus jij mag lekker alles zelf bepalen.
Groetjes Liesbeth
Hé, wat leuk, een stukje van jou, of schrijfsel, of blogpost….Dacht van de week nog aan je!
Ik heb het met plezier gelezen.