Soms lijkt het bij ons thuis net een kleuterschool. Wat wel een beetje vreemd is als je jongste dochter bijna zeventien is. Maar misschien heeft dat te maken met het feit dat beide oudste dochters een opleiding volgen die toch wel wat creativiteit vraagt.
Twee weken geleden moest één van deze dochters een tekening maken voor kunstgeschiedenis. Het was een ingewikkelde opdracht. Ze moest met krijt stippels tekenen. Pointilleren, schijnt dat te heten. En dan zat ze ook nog vast aan een vastgelegd kleurgebruik. Want anders was het te simpel. Ze moest de primaire kleuren als basis gebruiken en de complementaire kleuren als schaduw. Klinkt niet zo heel moeilijk, maar als je nogal realistisch ingesteld bent, valt het niet mee om het gras blauw te maken met oranje schaduwen, de lucht rood met groene accenten en het water geel met paarse golven.. Er werd dus flink gemopperd. Tijdens het onafgebroken zenuwslopende getik van het krijtje dat de stippels moest maken, hoorden we regelmatig: “Ik vind dit stom.”
Andere dochter vond het allemaal wel grappig. Ze probeerde ook serieus haar tweelingzus moed in te spreken, maar dat werkte vooral averechts. Het werd haar niet in dank afgenomen als ze beweerde dat de tekening best mooi werd. Maar toen ze ten einde raad maar zei dat ze vond dat het stom was, was het natuurlijk ook niet goed. Er werden daar enige harde woorden over gesproken.
Gelukkig kwam de tekening af, bedaarden de gemoederen in ons gezin snel weer en bleek het hele rare kleurengedoe zelfs een “goed” waard te zijn. Einde hoofdstuk, zult u denken.
Maar nee. Vorige week zat andere dochter met een paar vellen tekenpapier voor haar neus te tekenen. Niet voor de lol, maar voor een tentamencijfer. En ook zij had de opdracht primaire kleuren te gebruiken, met complementaire kleuren als schaduw. Gelukkig hoefde ze niet te stippelen, dat scheelde. Maar het viel ook niet mee om de gevraagde geometrische vormen in ons huis terug te vinden. Ik ben meer van de organische vormen. Of eigenlijk helemaal niet de vormen, tenminste niet bewust. Ik zet gewoon neer wat ik mooi vind.
We vonden een windlicht dat toch wel aardig geometrisch van vorm was. En een wijnfles. Dus dat probleem was opgelost. Maar toen moest ook deze dochter, die zo mogelijk nog realistischer is ingesteld, ook met de vreemde kleuren aan de gang. En dus hoorden we een middag lang: “Ik vind dit stom.”
Stom
Categorie: Persoonlijk