Ergens in de warrige hoofd van mij wordt het woord tuinieren nog steeds geassocieerd met hele romantische dingen. U kent dat wel. Strohoedje op, gebloemde handschoentjes en dan hier en daar een sprietje onkruid weg halen. Of met zo’n platte mand bloemen en kruiden gaan knippen.
Nu weet ik niet of dat wel bestaat, maar in mijn leven in ieder geval niet.
De tuin is bij ons altijd het sluitstuk van het hele huizengebeuren. Niet dat het ons niet interesseert, maar op de een of andere manier komt het er nooit van.
Ons allereerste tuintje bij ons allereerste huisje was volledig betegeld en volledig verzakt. De kinderen speelden er in de zandbak of in het badje en ik hing er de was op, maar daar was het ook wel mee gebeurd. Pas toen we de tuin ophoogden en een paar smalle borders met plantjes maakten, begon het ergens op te lijken. Maar dat was kort voor onze verhuizing.
We verhuisden naar een groter huis met een grotere tuin. Achter was niet veel te doen. Alweer totaal betegeld. En er was een vervelende buurman die dreigde benzine over mijn planten te gooien als ik het waagde die tegen zijn (oerlelijke) schutting te planten. Dus hield ik het maar weer bij een klein bordertje in de hoek. De voortuin was wel beplant, maar ook vergeven van het onkruid. Ik was vooral bezig met wieden. Maar ik begon toen wel de smaak van het tuinieren te pakken te krijgen. Ik zaaide mijn eigen goudsbloemen en maakte plannen voor een complete cottagetuin. Maar we verhuisden weer en deze keer naar een huis met een compleet ingerichte tuin. Gemaakt voor mensen die niet van tuinieren houden. Die tuin was altijd groen, maar ‘s zomers en ‘s winters hetzelfde. Het enige wat er moest gebeuren was het snoeien van de klimop dat over de schuttingen groeide. Dat groeide zo hard dat ik eigenlijk zelden ergens anders aan toe kwam. Ik heb wel een eigen planten kasje gehad, waar ik kruiden kweekte, maar die verschroeiden dan altijd in de zomer als we op vakantie gingen. Dat werkte ook niet echt.
Het huis dat we nu hebben had eigenlijk alleen een voortuintje. Er was wel ruimte voor een klein terras, dus we vonden dat het het waard was. Vanuit dat voortuintje kijk je namelijk wel een paar kilometer de polder in. Het voortuintje was zwaar verwaarloosd. En de zijtuin ook. Ik bleef onkruid trekken. Vorig jaar knapten we de voortuin op, een paar struiken erin en houtsnippers eromheen. Dat zag er veel verzorgder uit. De zijtuin is grotendeels weg nu, doordat we de oprit verbreed hebben.
Maar gelukkig hebben we nu ook een achtertuin. Die konden we van de buren kopen, die grond achter ons huis hadden. Het eerste jaar deden we er niet veel. Dat hoefde ook niet, want de buren hadden het al helemaal opgeknapt. Bovendien hadden we het te druk met het opknappen van het huis zelf. Ook de twee zomers daarna was het voldoende wat onkruid te wieden. Maar dat echte romantische tuinieren zat er nog niet in. De borders stonden namelijk vol met rozemarijn en rozenstruiken. Omdat die nu toch zwaar aan het verwilderen waren, begon ik vorig jaar met het grotendeels leeg maken van de border. Met ergens in mijn achterhoofd het idee dat ik dan deze zomer die cottagetuin uit mijn dromen zou gaan aanleggen.
Tja. En toen kochten wij een zwembad. Een vrij groot zwembad ook nog. En om dat in onze toch niet kleine achtertuin kwijt te kunnen, moet de border weg. En moeten de tegels eruit.
Dus sta ik deze mooie lente dagen niet romantisch bloemen te zaaien en rozen te knippen. Nee, ik sjouw tegels en ga met een breekijzer de rand van de border te lijf. Het is blijkbaar gewoon niet voor mij weggelegd…
Maar ik heb wel een kleine troost. Wat zeg ik, een vrij grote troost zelfs. Over een maand hebben wij een zwembad in de tuin. En dan heb ik niet eens meer tijd om met een strohoedje door de tuin te zweven. Baantjes trekken en dobberen moet ik!
Tuinieren
Categorie: Persoonlijk