Eén van mijn minder prettige eigenschappen is (vind ik zelf, hoor) dat ik slecht ben in langzame overgangen. Als ik iets besloten heb, moet het maar ineens gebeuren ook. En als iets nu eenmaal bijna voorbij is, ben ik er helemaal klaar mee.
Dat is lastig met vakanties, vooral als je met tent, camper of vouwwagen aan het trekken bent. Als ik eenmaal wég ben van mijn vakantiebestemming, wil ik liever naar huis ook. Na een heerlijke periode in Italië of Frankrijk de laatste nacht in Duitsland of België doorbrengen vind ik echt helemaal niets. In gedachten ben ik dan al thuis van alles aan het redderen en echt leuk is zo’n tussenhalte meestal niet (anders waren we dáár wel op vakantie gegaan). Je zit echt een beetje tussen twee werelden, het is vakantie, maar toch niet meer. Je bent bijna thuis, maar nog niet helemaal. Gelukkig heeft echtgenoot dezelfde instelling, maar of in één ruk naar huis rijden nu echt de juiste manier is om je vakantie af te sluiten weet ik niet. Het is trouwens ook niet altijd mogelijk.
Ik merk dat ik het nu ook weer heb. Tien weken Curaçao is lang, maar het is omgevlogen. Alleen deze laatste week… het schiet gewoon niet óp.
Natuurlijk hou ik mezelf voor dat ik er nog even van moet genieten. Van de hele dag buiten zijn, van blauwe luchten en zon en warmte, van zwemmen in de zee, luieren op het strand, eten op een terrasje, zonsondergangen en… nou ja, van alles. Want dat zullen we toch allemaal moeten missen, de komende maanden.
En ervan genieten doe ik ook, zo bewust mogelijk.
Maar ergens in mijn achterhoofd ben ik er nu wel klaar mee. Dat heeft er natuurlijk ook mee te maken dat er in Nederland een berg werk (huis afmaken en in de verkoop zetten, spullen uitzoeken, administratief gedoe) op ons ligt te wachten en dat we daarna weer terug mogen. Hoe eerder we beginnen met dat werk, hoe eerder we terug kunnen.
Maar het is ook gewoon dat karaktertrekje dat de kop weer opsteekt, dat realiseer ik me maar al te goed. Want dit is zo’n overgangsperiode. Net als België en Duitsland. Niet de plek waar ik wil zijn. Niet het één en ook niet het ander. We zijn nog op Curaçao, waar we eigenlijk gaan wonen, maar toch al aan het afscheid nemen. Ik leef weer tussen twee werelden. Mijn gedachten draaien voortdurend om het feit dat we nu nog hier zijn, maar ook bijna weg gaan.
Laatste keer op vrijdag naar Seaquarium Beach, laatste keer een hapje eten hier en een drankje daar. Echtgenoot moet er een korte broek bij hebben en drie rokjes is ook wat weinig voor mij, maar om nu nog kleren te gaan kopen is eigenlijk onzin. Ik wil een nieuw notitieboekje, maar thuis heb ik er nog drie, dus laat maar even. Ik heb nog wat eten in de vriezer, dat moet eigenlijk nog op, heb ik nog genoeg ontbijt voor de laatste paar dagen, hoe laat moeten we eigenlijk op het vliegveld zijn, wanneer leveren we de huurauto in, wie haalt ons op vanaf Schiphol, ga ik nog wassen of neem ik het mee naar Nederland, heb ik warme kleding voor als we aankomen… Enzovoort.
Het liefst zou ik nu direct de boel in de koffers gooien en op het vliegtuig stappen. Zonder al dat overgangsgedoe. Thuis eerst de dochters en de rest van de familie zien en knuffelen en dan lekker aan de gang met alles wat ik wil en moet doen. Maar dat kan nu eenmaal niet.
Dus geniet ik nog maar even van mijn benen in de zon, van misschien straks nog even naar het strand, van vanavond eten we Curaçaose worstjes en Curaçaose sla en Çuracaose komkommer. Met tomaten ergens anders vandaan, maar waar vandaan weet ik niet, want dat staat niet op het etiket. Het zou ook kunnen dat we toch nog even naar ons favoriete restaurantje gaan. Of zullen we dat morgen doen? Dat is echt de laatste dag, namelijk. Tenzij je dinsdag meerekent, want we gaan pas ‘s avonds weg en we zouden dus nog uitgebreid kunnen gaan lunchen. Morgen misschien toch nog even de lakens wassen? Straks in Nederland gooi ik het zó in de machine en hier moet het in een emmertje. Maar eigenlijk is dat ook gewoon best leuk en het scheelt toch werk in Nederland en daar heb ik genoeg te doen. Waar begin ik met de grote verhuis opruiming? Het kantoor? Ja, goed idee. Papierwerk uitzoeken, vernietigen wat weg mag, kantoor leegmaken, zodat echtgenoot de muren kan afwerken. En dan…
Ho stop! Ga ik weer!
Dat is toch erg? Of niet?
Weet je wat ik nu ineens bedenk? Misschien moet maar gewoon accepteren dat ik zo in elkaar zit. Tenslotte is het ook wel fijn dat ik in gedachten al onderweg naar huis ben. Dat ik ook best zin heb in de dingen die me daar te wachten staan. Dat maakt de overgang uiteindelijk ook wel gemakkelijker.
Zo ging het vroeger met die vakanties ook. Want meestal kwamen we toch op die camping in Duitsland of België terecht. Dat moest dan maar. We gooiden met de pet naar het campinghuishouden, want dat kón fijn nog even voor we weer in het gareel moesten. En als we dan eenmaal thuis waren, was het best fijn om te redderen en te rommelen en weer aan het werk te gaan, want daar hadden we al een dagje zin in.
Eigenlijk is het helemaal niet zo’n slechte karaktertrek als ik dacht toen ik aan dit stukje begon…
Het is ook gemakkelijker gezegd dan gedaan, hoor. Maar ja, we gaan het echt doen. Gisteren de eerste stapel boeken en LP's al uitgezocht. De laatste loodjes zullen wel het zwaarst worden…
Dank je!
"Huis afmaken en in de verkoop zetten". Dat gaat al wel heel echt klinken..
En ik loop hier te piepen over herinneringen en zolder opruimen.
Geweldig dat je zo'n keuze kunt maken,en meteen: wat ben ik blij dat ik niet in jouw schoenen sta!
Wat voor de een een nieuwe leuke uitdaging vormt, zou voor de ander een nachtmerrie zijn.
Heel veel succes met deze nieuwe uitdaging!
groetjes, Franca.