Vorige week ging ineens het licht uit. Niet figuurlijk, hoewel dat eigenlijk ook, maar dat is een ander verhaal voor een ander schrijfsel. Het licht ging gewoon letterlijk uit. En alle computers. Ik was op kantoor en druk bezig. Dan is het extra raar als ineens alles ermee stopt. Je kunt gewoon niet verder. Alles wat ik nodig had stond op die computer.
Dat zette me dan ook wel aan het denken. Want het bleek allemaal heel erg ingewikkeld te zijn, zo zonder stroom. Het was bijna twaalf uur, dus de collega’s besloten eensgezind dan eerst maar een boterhammetje te gaan eten, in de hoop dat de boel een half uur later weer zou werken. Maar ik had juist bedacht tussen de middag even naar de supermarkt te gaan voor brood, omdat we daar nogal krap mee zaten. En ik wist van vorige stroomstoringen dat onze supermarkt zonder electriciteit platging. Men beweerde dat de supermarkt wel een noodaggregaat zou hebben en open zou zijn, maar ik had gelijk. Toen ik daar aankwam was de deur dicht en alles donker. Later hoorde ik dat ze net bezig waren met het afromen van de kassa’s toen de stroom uitviel en dat er dus lichte paniek was ontstaan omdat het hele systeem nu van slag was.
Ik liep dus zonder brood terug naar kantoor en at mijn fruit. Maar ik verveelde me knap, want ik had ook geen boek bij me. Normaal gesproken wel, maar ik kon zo gauw niets vinden die ochtend en dacht dan wel even te gaan internetten in de pauze. Leuk verzonnen, maar dat werkt dus ook niet zonder stroom. Ik ben toen maar verder het dorp ingewandeld en kwam er achter dat de bakker wel electriciteit had. Dat was fijn, want toen kon ik in ieder geval brood kopen. Ik kan daar namelijk slecht tegen, niet genoeg brood in huis hebben. Geen idee waar dat vandaan komt.
Bij de bakker wisten ze te vertellen dat er op de bouwplaats ernaast iets mis gegaan was. De stroom viel uit op het moment dat men begon in de grond begon te boren. Kabel geraakt waarschijnlijk. Het zou tot een uur of twee duren voor de boel gerepareerd was, wist de buurvrouw-van-ons-kantoor te vertellen.
Ondertussen waren de collega’s begonnen met het opruimen van hun leesstapels. Maar die heb ik niet. Tegen de tijd dat dingen naar mij doorgeschoven worden, zijn ze zwaar achterhaald. Men werkt de leesstapel alleen bij tijdens stroomstoringen.
Ik speurde het kantoor af op zoek naar een klus die ik kon doen. En toen viel mijn oog op het rekje waar men CAO-boekjes en informatiefolders bewaart.
“Zal ik die eens opruimen?” stelde ik voor. “En mag ik dan alles weggooien wat heel erg oud is?”
Dat mocht. Ik heb toen een leuk uurtje gehad. Want dat rekje was heel dringend aan een opruimbeurt toe. Eigenlijk behoorde een groot deel van die spullen in het museum thuis. Het meeste was tien jaar oud. En dat is oud in ons vakgebied. Twee belastinghervormingen en nog veel meer herzieningen op het gebied van sociale verzekeringen. En niet te vergeten de invoering van de euro. Het boekje met omrekentabellen was dan ook een tikje overbodig geworden.
Ik vond ook nog een foldertje over de digitale aanlevering van aangiftes. Dat mocht op tapes, magneetbanden of diskettes. En die laatste dan in de formaten 3 ½” , 5 ¼” of 8”! Met dat laatste formaat heb ik persoonlijk nooit gewerkt, zo gedateerd is dat. Het foldertje stamde dan ook uit 1992. Maar blijkbaar konden ze toen ook al niet meer zonder stroomgebruikende apparaten.
Toen ik klaar was met opruimen was het kastje zo goed als leeg en de papierbak liep over. En precies op dat moment ging het licht aan. Prima timing, dat wel.
Zonder stroom
Categorie: Persoonlijk