Als afsluiting van de serie Zuid Afrika verhalen (aanstaande donderdag begin ik weer met de normale wekelijkse stukjes) wil ik nog even vertellen over de terugreis. Die ging natuurlijk ook niet helemaal volgens plan.
Een paar dagen voor het einde van de reis, kreeg iemand uit de groep een sms’je waarin ons werd medegedeeld dat het kabinet gevallen was. Dat is een heel rare gewaarwording, als je daar tussen de bergen rijdt, met een portie struisvogelroerei achter de kiezen. Toch waren we wel nieuwsgierig waarover het kabinet deze keer gestruikeld was, dus gebruikte echtgenoot zijn internet telefoon om dat op te zoeken. En stuitte vervolgens op berichten over vliegtuigstakingen.
Na wat heen en weer gebel kwamen we erachter dat onze vlucht van Kaapstad naar Frankfurt nog gewoon op de lijst stond. Die van Frankfurt naar Amsterdam was geschrapt. De dame achter de incheckbalie meldde ons dat wij een ticket naar Frankfurt hadden. Ik vond het best, als ik maar weer in Europa zat, kwam het wel goed, dacht ik. Maar echtgenoot dacht er anders over. Zoals die dame het uitdrukte hadden ze namelijk gewoon het laatste deel van de reis geschrapt. Dus vertelde hij de dame achter het loket dat hij naar Amsterdam wilde en dat ze maar moest zorgen dat het geregeld werd. De dame verdween, met zijn paspoort. Het mijne liet ze liggen. Na een kwartier kwam de dame terug. Met een nieuw ticket voor echtgenoot. Een KLM vlucht naar Amsterdam, die de volgende ochtend zou vertrekken. Ik vroeg: “En ik dan? Ik wil ook naar Amsterdam.”
“Dan moet u zelf een ticket gaan regelen”, was het antwoord. “Maar ik weet niet of dat lukt, want er zijn maar een beperkt aantal plaatsen.”
Toen schijn ik nogal uitgevallen te zijn (ik weet daar zelf amper meer iets van, zo moe en ziek was ik). Ik was woest dat zo’n mens niet snapte dat je twee paspoorten en twee tickets neerlegt, twee koffers op de band legt en dus met z’n tweeën naar huis wil! Ik zag me al in mijn eentje in Frankfurt ronddwalen. Uiteindelijk bleek dat we in Frankfurt op vertoon van de andere tickets een treinkaartje naar Amsterdam konden krijgen. Had dat dan meteen gezegd!
Voor we Zuid Afrika verlieten moest ik nog even wat geld uitgeven. We hadden nog een paar honderd rand over, ongeveer dertig euro. Te weinig om terug te wisselen, teveel om in een plakboek te bewaren. Mijn kleingeld had ik al aan een straatmuzikant gegeven, maar op het vliegveld zag ik niemand die het kon gebruiken. Dus wilde ik iets kopen. En dat viel niet mee. Ik heb alle taxfree winkels bekeken, maar er was niets dat me beviel. Dus bleef ik met die driehonderdveertig rand zitten.
Vlak voor ons vliegtuig vertrok zat ik me een beetje te vervelen (en me op te vreten omdat niemand wilde geloven dat we bij de verkeerde gate zaten). Ineens zei ik tegen echtgenoot: “Ik ga gewoon die winkel in en koop het stomste dat ik kan vinden.”
In de giftshop vond ik al gauw een gekke porseleinen olifant in felle kleuren. Ik geef toe, de porseleinen dikke dame die er onderstond was nog stommer, maar die rare olifant leek me ook een goed idioot souvenir. Terwijl ik in de lange rij bij de kassa stond, begon ik hem echter steeds leuker te vinden. In het vliegtuig (dat we maar net haalden omdat we inderdaad bij de verkeerde gate zaten) en in de trein heb ik er goed opgelet, want ik was doodsbang dat hij zou breken.
En nu staat hij op de haard en iedere keer als ik er naar kijk moet ik glimlachen. Het is echt een passende gekke herinnering aan een heel speciale reis!
(foto van de olifant vind je hier)