Onze reis eindigde, zoals ik al eerder vertelde, in Kaapstad. Wat een cultuurshock was dat! De dag voor we daar arriveerden, reden we nog door open velden en berggebieden. De laatste overnachting voor Kaapstad was op een prachtige boerderij met allemaal losse huisjes in plaats van kamers, waar echtgenoot en ik ondergebracht waren in de bruidssuite. Die was dus nog eens extra ruim en comfortabel. De lucht was er heerlijk schoon en we werden wakker van het gefluit van de vogels die in de bomen om het huisje heen zaten. Maar in Kaapstad werden we afgezet bij een hotel midden in de stad. Acht verdiepingen, kleine kamers, geen airco en veel herrie. Ook werden we gewaarschuwd na zonsondergang niet meer lopend de straat op te gaan. Te gevaarlijk. We konden wel uitgaan, maar dan moesten we een taxi nemen naar de sjieke uitgaanswijk Waterfront.
Natuurlijk waren echtgenoot en ik eigenwijs. Niet dat we na zonsondergang zijn gaan wandelen, maar we zijn voor het donker werd lopend naar Waterfront gegaan. Geen prettige wandeling. Op het allergrootste kruispunt waren de stoplichten kapot en we zijn met gevaar voor eigen leven rennend overgestoken. Niet dat het bij werkende stoplichten zo veilig was. Daar viel op een bordje te lezen hoe het werkte: “Druk knoppie, wagt op groen ligt, vinnig oorlope.”
En je moest inderdaad heel vinnig (snel) overlopen, want het licht ging al weer op rood voor je halverwege was. Waterfront was niet echt ons soort vertier. Ik heb nog nooit zoveel restaurants bij elkaar gezien, maar een mens kan nu eenmaal maar één maaltijd tegelijk naar binnenwerken. En de prijzen in de winkels lagen zover boven ons budget, dat het niet eens leuk was om rond te kijken.
Gelukkig hoefden we er geen twee dagen rond te brengen. Op onze laatste hele dag maakten we nog een prachtige busrit naar Kaap de Goede Hoop. Het waaide ontzettend, maar het was heerlijk om even die stad uit te zijn. We zagen daar ook onze laatste wilde dieren. Pinguïns. Nooit geweten dat er Afrikaanse pinguïns bestonden, maar er zat daar een hele kolonie. Het was wel jammer dat er inmiddels een hek omheen stond en dat er entree betaald moest worden, maar die dieren zitten daar niet gevangen. Ze hebben zich daar zelf gevestigd, jaren geleden, en die hekken zijn om zowel de toeristen en strandgasten als de beesten zelf te beschermen.
Het allerlaatste diner was ook heel bijzonder. Onze gids had plaatsen gereserveerd in het restaurant van het Ritz-hotel. Dat zit op de 21e verdieping van het enorm hoge gebouw en draait in 90 minuten een volledige cirkel, zodat je heel Kaapstad en omgeving kunt zien terwijl je eet.
Het was fijn geweest als dat het afscheid van Zuid Afrika was geweest. Maar helaas. De volgende dag hoefden we pas om half vier op het vliegveld te zijn. En omdat onze dagtrip naar Robben Island niet doorging vanwege de ruwe oceaan, en vervangen werd door een veel korter boottochtje, moesten we nog uren doorbrengen tussen de restaurants en de dure winkels. Jammer. Maar dat boottochtje was wel leuk. Langs de kust, waar het water rustiger was, maar waar je toch het idee had dat je werkelijk aan het varen was. Men beweert een zwaardvis, dolfijnen en pinguins gezien te hebben, maar die heb ik gemist. Ik heb gewoon genoten van het water en de zon, die we al gauw zouden moeten missen. En van het uitzicht op De Tafelberg, die speciaal voor ons nog even uit de wolken opdook. Dat voelde toch wel als een waardige afsluiting van onze reis.
Zuid Afrika (9)
Categorie: Persoonlijk